Nauwkeurige en betrouwbare lokalisatie

Innovatieprogramma voor lokalisatie

Automatische trailersystemen in distributiecentra vereisen nauwkeurige manoeuvreercapaciteiten om trailers met centimeterprecisie voor dockdeuren te parkeren. Op dezelfde manier moeten zelfrijdende auto's betrouwbaar hun rijstrook detecteren om snelheidslimieten nauwkeurig te kunnen interpreteren en veilig en op tijd van rijbaan te wisselen.

Het innovatieprogramma voor lokalisatie van TNO onderzoekt drie soorten oplossingen om kostenefficiënte, geavanceerde lokalisatiesystemen en -architecturen te creëren.

1. Gebruik van nieuwe lokalisatiesensoren

TNO onderzoekt innovatieve oplossingen om de nauwkeurigheid van lokalisatie te verbeteren. Overtollige sensorinputs kunnen zwakke punten van andere sensoren compenseren, met name in situaties waarin GNSS-satellietlokalisatie voor rijstrookdetectie tekortschiet. TNO onderzoekt het matchen van kaartinformatie met visuele of radarsensordata als alternatieve oplossing om de nauwkeurigheid te verbeteren. Daarnaast onderzoekt TNO toepassingen van radiobakens op basis van Ultra Wide Band (UWB), Wifi of 5G cellulaire technologie.

2. Geavanceerde fusie van lokalisatiesensorgegevens

Bij TNO richten we ons op het optimaliseren van de fusie van informatie van meerdere redundante sensoren. We onderzoeken de toepassing van fusiealgoritmen van militaire kwaliteit die gebruikmaken van onze systeemexpertise om de beste fusiebenadering te selecteren voor elke architectuur en toepassing.

3. Online schatting van lokalisatie-integriteit

Zelfs met de combinatie van meerdere sensoren en optimale fusie-algoritmen is het bereiken van 100% betrouwbaarheid in een lokalisatiesysteem niet gegarandeerd. TNO's innovaties op het gebied van lokalisatie-integriteit richten zich op het ontwerpen van oplossingen die de kans op lokalisatiefouten tijdens het rijden inschatten. Als de lokalisatiefout voor een geautomatiseerd voertuig onder een bepaalde limiet moet blijven voor een veilige werking, moet de automatiseringsfunctie worden uitgeschakeld als de kans op een onacceptabele fout een vooraf gedefinieerde drempel overschrijdt. Deze aanpak verbetert de veiligheid en betrouwbaarheid van geautomatiseerde rijsystemen.