Windparken in synergie met maatschappij en omgeving
Binnen enkele decennia zal ongeveer een kwart van de Noordzee bestaan uit windmolenparken. Dat is nodig om aan de groeiende vraag naar windenergie te kunnen voldoen. TNO ontwikkelt kennis over de gevolgen voor onder meer natuur en milieu.
Windmolenparken samen met de omgeving ontwikkelen
De Noordzee is ook in gebruik bij andere partijen, denk aan de scheepvaart, de visserij en het toerisme, en de zee is verder natuurlijk het leefgebied van veel diersoorten. Het doel van TNO is om ervoor te zorgen dat de toekomstige windparken zoveel mogelijk met respect voor al die partijen, voor alles natuur en milieu, worden gebouwd.
De energietransitie, waarbij de traditionele, eindige energiebronnen steenkool, aardolie en aardgas worden vervangen door duurzame energiebronnen – zal ertoe leiden dat er in de komende decennia veel meer windmolenparken in de Noordzee bij komen. Dat vereist overleg en bij voorkeur ook samenwerking met andere gebruikers van de Noordzee.
Multifunctioneel gebruik windparken
Door de beperkte omvang momenteel van de windparken is dit gebruik nu nog niet zo’n issue, maar daar zal met de gestage aanleg van de parken snel verandering in komen. Daardoor moet nu al goed worden nagedacht over de inpassing van die windmolenparken in hun omgeving en de mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik. Dat vereist nieuwe regelgeving, maar ook technische innovaties. Daarbij valt te denken aan bijvoorbeeld de aanleg van oesterbanken, mosselkwekerijen of zeewierteelt tussen de windmolens en op de ondersteunde constructies. TNO speelt vooral bij de technische innovatie een rol.
Vogels en vleermuizen
Op dit moment is TNO actief op twee gebieden: een systeem om te monitoren hoe vaak vogels door de bladen van windturbines worden geraakt (WT-Bird), en een systeem welke vogelsoorten het betreft. Zodra hierover uit metingen op zee meer bekend is geworden, kan onderzoek worden uitgevoerd om sterfte onder vogels zoveel mogelijk te voorkomen, bijvoorbeeld door vogels nabij turbines af te schrikken. Een tweede systeem meet tot hoever vleermuizen op zee vliegen, met hetzelfde doel: om zeker te weten dat windturbines geen grote impact op vleermuizen hebben.
TNO gaat haar onderzoeksfaciliteiten naar de omgevingseffecten van zonne- en windenergie uitbreiden en expertises bundelen. Nederland kan hiermee een unieke leidende positie opbouwen. Zowel overheden als bedrijven hebben behoefte aan nieuwe inzichten over zonne- en windenergie waarbij technologie, ecologie en veiligheid hand in hand gaan.
Windmolenparken op zee en visserij
Wetgeving staat het vissen in en rond windmolenparken niet toe. Samen met partners onderzoekt TNO hoe die wetgeving wat kan worden verlicht om vissen beter mogelijk te maken en tegelijkertijd een veilige exploitatie van windparken te handhaven. Geluid als gevolg van hameren tijdens de installatie van windturbines heeft bijvoorbeeld gevolgen voor zeehonden. Nieuwe afmeertechnieken worden onderzocht om dergelijke geluidsniveaus te verlagen.
Podcast tip
TNO-expert Peter Eecen bij NPO Radio 1 over: 'Waarom er honderden windmolens in de Noordzee worden gebouwd'.