Kenniscoalitie: stabiele groei investeringen in onderzoek en innovatie noodzakelijk

25 januari 2021

Voor de komende tien jaar stelt de Kenniscoalitie aan het kabinet voor om de investeringen in onderzoek en innovatie jaarlijks te laten groeien met 300 tot 380 miljoen euro. Dit stabiele groeipad is noodzakelijk om in Europa bij te blijven als competitieve kenniseconomie. Landen als Denemarken en Duitsland investeren al jaren fors meer dan Nederland.

De extra middelen zijn in de eerste plaats deel bestemd voor een stabiele, langdurige verhoging van investeringen in de publieke kennisbasis, in combinatie met een verhoging van de investeringen in thematisch onderzoek gericht op maatschappelijke uitdagingen en nieuwe economische activiteit. Met deze investeringen komt Nederland in 2030 op een investeringsniveau van 3% van het BBP aan onderzoek en innovatie. Alleen dan zal Nederland zich qua wetenschappelijke prestaties en innovatie op lange termijn kunnen blijven meten aan andere Europese landen

Duurzaam economisch herstel

Sociaal-economisch herstel zal door de coronapandemie het belangrijkste thema van de komende jaren zijn. Onderzoek en innovatie zijn cruciaal voor duurzaam economisch herstel en dragen bij aan het creëren van een wendbare en weerbare Nederlandse kennissamenleving, die beter bestand is tegen onvoorziene ontwikkelingen met grote impact. De Kenniscoalitie (bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, innovatieve MKB’ers, en de kennisinstellingen in Nederland) wil een bijdrage leveren om Nederland snel weer op te bouwen na de crisis. Hiervoor zijn extra investeringen door het nieuwe kabinet noodzakelijk.

kenniscoalitie-investeringen-in-onderzoek-en-innovatie

Investeren in kennis

Een verhoging van de publieke investeringen in onderzoek en innovatie zal ook de private investeringen stimuleren. Een recente studie laat zien dat een investering van €1 extra publiek R&D-kapitaal (bijvoorbeeld onderzoek door kennisinstellingen) de samenleving maar liefst €4,20 oplevert aan toegevoegde waarde. De Kenniscoalitie stelt daarom een investeringsniveau voor van 2,5% van het BBP aan onderzoek en innovatie aan het einde van de komende kabinetsperiode. In 2030 komt dan het doel van 3% BBP in zicht, waarmee Nederland op gelijk niveau komt met de ons omringende landen. De toegevoegde waarde voor de maatschappij die deze kennisontwikkeling met zich meebrengt is enorm.

Stan Gielen, voorzitter van de Kenniscoalitie: “Kennis wordt steeds belangrijker voor een weerbare samenleving en een gezonde economie. Investeren in kennis is daarom investeren in de toekomst.” Paul de Krom, voorzitter TNO: “Duitsland heeft na de kredietcrisis laten zien dat investeren in innovatie dé weg uit een crisis is. Dat kunnen wij ook. Door in te zetten op innovaties die de economie en werkgelegenheid een flinke slinger geven en tegelijkertijd de grote maatschappelijke vraagstukken op het gebied van gezondheid, energie en veiligheid helpen oplossen.”

Over de Kenniscoalitie

De Kenniscoalitie is een samenwerkingsverband van partijen in het Nederlandse onderzoeks- en innovatieveld en bestaat uit de universiteiten (VSNU), hogescholen (VH), Universitair Medische Centra (NFU), KNAW, NWO, VNO-NCW, MKB-Nederland en de instituten voor toegepast onderzoek (TO2-federatie). De Kenniscoalitie streeft gezamenlijk naar optimale omstandigheden om onderzoek en innovatie in Nederland te laten bloeien en fungeert als gesprekspartner voor de overheid. In 2014 heeft de Kenniscoalitie in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de totstandkoming van de Nationale Wetenschapsagenda gecoördineerd.