Zijn er vingerwijzingen naar fabricage van explosieven?
Een terrorist die een explosief heeft gemaakt laat vrijwel zeker sporen achter van de stoffen die daarbij gebruikt worden. Er is een goede kans dat een deel van die sporen in het vet van een vingerafdruk zitten, op aanwezige objecten, kleding of haar. TNO gaat onderzoek doen naar analysetechnieken om deze sporen in vingerafdrukken te kunnen detecteren en identificeren. Dit kan de opsporing in een vroeg stadium helpen bij het vinden van verdachten die een terroristische aanslag voorbereiden.
Europees project tegen aanslagen met bommen
Het onderzoek is onderdeel van het Europese project INHERIT (INHibitors, Explosives and pRecursors InvesTigation), waarbij veertien internationale partners uit tien verschillende landen de handen ineen slaan in de strijd tegen terroristische aanslagen met bommen. Het consortium bestaat uit diverse Europese kennisinstituten, politiediensten, universiteiten en bedrijven. Ook de FBI is aangesloten. De trekker van het project is een Zweeds kennisinstituut, het FOI (Swedish Defence Research Agency). Het project INHERIT, dat bestaat uit verschillende onderdelen, heeft vijf miljoen euro subsidie toegekend gekregen vanuit de EU.
Het onderzoek van TNO maakt onderdeel uit van een promotieonderzoek waarbij nauw samengewerkt wordt met de Universiteit van Amsterdam en het Nederlands Forensisch Instituut naar de overdracht van specifieke chemicaliën uit explosieven op verschillende ondergronden.