Recycling boormonsters windmolenparken voor nieuwe kansen op zee
Met hulp van RVO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, heeft de Geologische Dienst Nederland, onderdeel van TNO, een enorme set aan boormonsters van offshore windmolenparken gekregen. Al deze monsters blijven vanaf nu toegankelijk voor onderzoek naar onder meer de energietransitie.
Wat deze boormonsters zo bijzonder maakt is dat ze van dieptes komen tot 80 meter onder de zeebodem. Juist van die dieptes is nog erg weinig materiaal beschikbaar. De ondiepe lagen, tot 10 meter onder het zeebodemoppervlak, zijn beter onderzocht. Door dat onderzoek weten we veel over veranderingen in klimaat, zeespiegel en afzettingmilieus van de afgelopen 100.000 jaar. De nieuwe monsters uit diepere lagen geven een beeld van de ontwikkelingen van de zeebodem tot 2,5 miljoen jaar terug. Meer informatie over deze tijdsperiode is niet alleen wetenschappelijk van belang, maar ook waardevol voor goed onderbouwd beleid rondom allerlei toekomstige ontwikkelingen op zee.
Zeebodem: schat aan informatie voor onze toekomst
Hoe meer we weten over de samenstelling en opbouw van de ondergrond – of dat nu offshore of onshore is – hoe beter we het ‘gedrag’ van de ondergrond kunnen voorspellen. Dat is belangrijk bij het inschatten van risico’s en bij het vergroten van onze veiligheid in de nabije maar ook verre toekomst. De Geologische Dienst Nederland verzamelt zoveel mogelijk ondergronddata en -informatie, en deelt die met de buitenwereld. Kennisontwikkeling van de zeebodem, aan de hand van deze data en informatie, is hard nodig voor een versnelde energietransitie en dus om de Europese Green Deal tot een succes te maken. Optimale planning van maatregelen en ingrepen als CO2-opslag, de verdere uitrol van windenergie op zee en de almaar groeiende offshore infrastructuur is niet alleen van ondergrondkennis afhankelijk, maar ook van andere maritieme knowhow die binnen TNO goed vertegenwoordigd is.
‘Recycling’ dankzij hulp van RVO
‘Recycling’ van aangeleverde boormonsters met grind, zand, klei en ander materiaal, is nog om een andere reden interessant. Zelf die boringen zetten, is zeer kostbaar. Zo kost een matig diepe windparkboring minimaal een ton aan scheepstijd, arbeid en apparatuur. Dankzij tussenkomst van RVO raken duizenden unieke en waardevolle monsters niet verdeeld en uit het zicht, maar komen ze op een centrale locatie beschikbaar voor toekomstig onderzoek.
RVO verzorgt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de locatiestudies van de aangewezen windenergiegebieden, waaronder grondonderzoeken van de bodem van de Noordzee. Onderdeel van deze onderzoeken zijn boringen. Met de data en samples uit deze onderzoeken maakt een windparkontwikkelaar een projectplan, waarin hij rekening houdt met onder meer de grond-, wind- en watercondities. RVO stelt de boormonsters na de tenderfase beschikbaar aan de winnende aanbieder, de ontwikkelaar van het toekomstige windpark. Nadat het park gebouwd is, stelt RVO de monsters nu beschikbaar aan TNO zodat ze breder inzetbaar blijven.
Wat gebeurt met de samples?
Alle monsters, in zakjes en pijpjes, worden na ontvangst omgepakt naar kratjes die van streepjescodes zijn voorzien. Ze krijgen vervolgens een plek in het Kernhuis van de Geologische Dienst. Dit is als een ‘bibliotheek van de ondergrond’ waar monsters van Nederlands grondgebied (land en zee) worden bewaard. Op deze plek is het materiaal makkelijk toegankelijk voor onderzoek. De bijbehorende database zorgt ervoor dat iedere geïnteresseerde de monsters kan vinden en opvragen. De Geologische Dienst zelf gebruikt ze voor het maken en verbeteren van kaarten en modellen van de zeebodem. Academici en professionals van buiten kunnen ze analyseren voor welk doel dan ook.
Wil je meer weten?
Neem contact op met de Servicedesk van de Geologische Dienst Nederland.