Verschillen in kwetsbaarheid voor hoge energieprijzen vraagt om gericht beleid

Thema:
Inclusieve energietransitie
Sociale innovatie
31 juli 2023

Een nieuwe TNO-studie geeft inzicht in de financiële kwetsbaarheid van huishoudens op de langere termijn als gevolg van hoge energieprijzen. Het onderzoek laat zien dat de mate waarin verschillende huishoudens kwetsbaar zijn voor hogere energieprijzen, sterk afhankelijk is van hun inkomen, woningkwaliteit en eigendomssituatie. Ook blijkt er nauwelijks een verband te zijn tussen inkomen en energetische woningkwaliteit. Deze inzichten zijn, volgens TNO, van belang voor het ontwerpen van een effectief beleid om huishoudens te ondersteunen om zich aan te passen aan structureel hogere energieprijzen.

In 2022 gaven Nederlandse huishoudens naar schatting gemiddeld 7,8% van hun inkomen uit aan energiekosten voor de woning, tegenover 4,2% in 2020. Dit gemiddelde cijfer zegt echter niets over de spreiding van gestegen energiekosten over huishoudens. TNO onderzocht daarom in welke mate energiekosten tussen huishoudens verschillen, en in welke mate die verschillen samenhangen met verschillen in inkomen, woningkwaliteit en eigendomssituatie.

Rapport: De energiekosten van verschillende typen huishoudens in Nederland

Een onderscheid naar inkomen, eigendomssituatie en woningkwaliteit.

Energiequote berekend voor 36 groepen huishoudens

De studie meet de financiële kwetsbaarheid van huishoudens aan de hand van de energiequote, het percentage van het inkomen dat wordt besteed aan energiekosten. Deze quote stijgt naarmate de energielasten hoger zijn en het inkomen lager is.

TNO maakte een verdeling van alle huishoudens in Nederland naar vier inkomensgroepen (laag, midden-laag, midden-hoog en hoog), drie vormen van woningeigendom (eigen woning, huur corporatie en huur overig) en drie niveaus van energetische woningkwaliteit (goed, slecht en zeer slecht). Voor elk van deze 36 groepen huishoudens is de energiequote berekend voor 3 verschillende energieprijsniveaus (laag, midden, hoog).

De berekening is gedaan op basis van de meest recente gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor ruim 7 miljoen van de 8 miljoen individuele huishoudens (87% van alle huishoudens). Hierbij is gebruikgemaakt van de nieuwe CBS-indicator voor energetische woningkwaliteit (LEK).

Uit de berekeningen blijkt dat bij de huidige energieprijzen ongeveer 27% van de huishoudens een hoge energiequote heeft (= energiequote van 8% of hoger); dat zijn ongeveer 1,9 miljoen huishoudens. Bij terugkeer van de hoge energieprijs uit 2022 loopt dit aantal op tot ongeveer 4,2 miljoen huishoudens (circa 60% van de huishoudens). De meeste van deze huishoudens hebben een beneden-modaal inkomen. Het gaat om zowel huishoudens in slecht als goed geïsoleerde woningen.

Peter Mulder

“Opvallend genoeg blijken energetische woningkwaliteit en inkomen in Nederland nauwelijks gecorreleerd te zijn.”

Peter Mulder

Hoofdonderzoeker TNO-studie

Inkomensafhankelijke beleidsmaatregelen en woningverduurzaming

“Ons onderzoek laat zien dat de mate van financiële kwetsbaarheid van huishoudens voor hoge energieprijzen sterk afhankelijk is van hun inkomen, energetische woningkwaliteit en eigendomssituatie” zegt Peter Mulder, een van de betrokken TNO-onderzoekers.

“Opvallend genoeg blijken energetische woningkwaliteit en inkomen in Nederland nauwelijks gecorreleerd te zijn.” Goed en slecht geïsoleerde woningen zijn ongeveer evenredig verdeeld over inkomensgroepen, met als voornaamste uitzondering dat huishoudens met een (zeer) hoog inkomen relatief iets vaker in een matig of slecht geïsoleerde huis wonen. Uit het onderzoek blijkt verder dat huishoudens met een boven-modaal inkomen zelden een hoge energiequote hebben, zelfs niet in scenario’s met hoge energieprijzen.

Huishoudens met lagere inkomens zijn kwetsbaar voor structureel hogere energieprijzen, zelfs als ze een goed geïsoleerde woning hebben. Ondersteuning van huishoudens bij de aanpassing aan structureel hogere energieprijzen vraagt volgens TNO primair om inkomensafhankelijke beleidsmaatregelen die de energiequote van lagere inkomens omlaag brengen.

Mulder: “Verduurzaming van woningen is niet dé oplossing voor hogere energieprijzen maar het maakt wel een groot verschil: vooral lagere inkomens hebben in een goed geïsoleerde woning een aanzienlijk lagere energiequote.” De groep met de hoogste energiequote (van 10% bij een lage energieprijs tot 27% bij een hoge energieprijs) bestaat uit circa 100 duizend huishoudens met de laagste inkomens in de energetisch slechtste woningen (zowel huur als koop).

Peter Mulder

“Een eenmalige investering om de woningen van deze groep te verduurzamen, betekent dat er jaarlijks minder inkomenssteun nodig is om extreme inkomenseffecten te compenseren. Op macroniveau lijkt dit een rendabele investering”.

Peter Mulder

Hoofdonderzoeker TNO-studie

Particuliere huurwoningen vaak energetisch slecht

Dat ook de verschillen in eigendomssituatie er toe doen, blijkt uit het feit dat huurders relatief vaker een hogere energiequote hebben dan woningeigenaren. Met name onder particuliere huurwoningen bevinden zich relatief veel energetisch slechte woningen, die vaak ook huishoudens met een beneden-modaal inkomen huisvesten. Deze groep is in het bijzonder gebaat bij verduurzaming van de woning.

Laat je verder inspireren

36 resultaten, getoond 1 t/m 5

Aardgasvrije renovaties meest gunstig voor bewoners

Informatietype:
Nieuws
17 oktober 2024
Energiearme huishoudens hebben vaak last van klimaatproblemen in een woning. Nieuw onderzoek van TNO toont aan hoe dit verbeterd kan worden.

Volledig emissieloos wagenpark nog ver weg, wel handvatten voor beleid

Informatietype:
Nieuws
25 september 2024

De impact van alternatieve economische toekomstconcepten in het ‘beyond growth’ debat

Informatietype:
Insight
23 september 2024

TNO brengt ernst en verschillen in energiearmoede in kaart

Informatietype:
Nieuws
17 september 2024

Compensatie en energiebesparing remden energiearmoede

Informatietype:
Nieuws
2 juli 2024