TNO onderzoekt ondergrondse infrastructuur voor Einstein Telescope
De nog te bouwen Einstein Telescope wordt een zeer geavanceerd ondergronds observatorium waarmee zwaartekrachtsgolven kunnen worden opgevangen vanuit de ruimte om zo om nieuwe inzichten te krijgen in ons universum. Vanwege de diepte en locatie van dit onderzoekscentrum doet de Geologische Dienst Nederland van TNO onderzoek naar de geschiktheid van de ondergrond. Dit onderzoek is een samenwerking van TNO met Nikhef.
Van grote betekenis voor internationale natuur- en sterrenkunde
Zwaartekrachtsgolven bevatten informatie over de meest extreme gebeurtenissen in het heelal, van de aard van zwarte gaten en neutronensterren tot de eerste momenten na de oerknal.
Met de ondergrondse Einstein Telescope kunnen wetenschappers zwaartekrachtsgolven straks preciezer dan ooit gaan meten. Het observatorium is daarmee van grote betekenis voor de internationale natuur- en sterrenkunde, en een aanjager van innovatie voor de samenleving.
Geschikte locatie
De grensregio van Nederland, België en Duitsland is een ideale locatie voor de Einstein Telescope. Dit is vanwege de rust, de stabiele bodem, en de concentratie van kennisinstellingen en hightech bedrijven.
Voor de locatie van het observatorium gaat TNO bijdragen leveren aan het haalbaarheidsonderzoek naar de geschiktheid van de ondergrond. Hiervoor is recent een samenwerkingsovereenkomst met Nikhef getekend. Nikhef is de wetenschappelijk partner in het projectbureau dat de komende jaren de haalbaarheid van de Einstein Telescope in de Euregio Maas-Rijn in kaart brengt.
Nikhef-directeur Stan Bentvelsen: “Bij zo’n grote en ingewikkelde opgave als het werken aan de Einstein Telescope is het belangrijk dat je je laat ondersteunen door goede partners. We hebben de deskundigheid zelf in huis, maar het is altijd verstandig dat een andere deskundige meekijkt, adviseert en de resultaten meeweegt. We zijn blij dat een toonaangevend instituut als TNO dat voor ons gaat doen.”
200 tot 300 meter onder het oppervlak
Naast nieuwe technologieën is de ongekende nauwkeurigheid van de Einstein Telescope afhankelijk van plaatsing op een diepte van 200 tot 300 meter onder het oppervlak, ver weg van oppervlakkige trillingen en andere ongewenste verstoringen.
Alleen al de ondergrondse infrastructuur zorgt voor een uniek project. Voor de Einstein Telescope zijn drie tunnels van 10 km lang nodig, gerangschikt in een gelijkzijdige driehoek met verticale schachten op de hoekpunten; deze opstelling moet worden ontworpen in nauwe samenwerking tussen tunneltechnici en aardwetenschappers.
Michiel van der Meulen, hoofdgeoloog van de Geologische Dienst Nederland: “We zijn er trots op een bijdrage te kunnen leveren aan het onderzoek en kijken uit naar de samenwerking. Het is een fantastisch vooruitzicht om het heelal vanuit de ondergrond te kunnen bestuderen.”