TNO-onderzoek geeft inzicht in levens van huishoudens met energiearmoede
TNO deed onderzoek naar de levens van mensen die te maken hebben met energiearmoede. Door interviews kreeg TNO een gedetailleerd en diepgaand inzicht in welke problematiek de huishoudens ervaren, hoe ze hier mee omgaan en waar ze vanuit hun eigen perspectief mee geholpen zouden zijn. Deze inzichten kunnen door de betrokken overheden gebruikt worden om gerichter beleid te maken.
Energiearmoede in Nederland
Nederland telt eind 2022 ruim 600.000 energiearme huishoudens. Dit is een stijging van 90.000 huishoudens ten opzichte van 2020. Vanwege de energiecrisis (en de daarmee samenhangende toename in het aantal energiearme huishoudens) is er meer erkenning voor energiearmoede en wordt er meer beleid gemaakt bij overheden op nationaal, provinciaal en lokaal niveau.
Verhalen van mensen in een kwetsbare situatie
Resultaten van een interviewstudie met energiearme huishoudens.
Bevindingen onderzoek
Het onderzoek leverde verschillende resultaten op, zoals dat veel bewoners actie ondernemen om de energierekening te kunnen betalen, maar dat soms uitzonderingen worden gemaakt voor hun gezondheid, kinderen of huisdieren.
Daarnaast blijken veel bewoners last van gezondheidsklachten te hebben en leggen ze zelf een verband met hun woonsituatie: veel bewoners geven aan dat hun klachten verergeren, of in sommige gevallen zelfs veroorzaakt worden, door de staat van de woning. Op basis van deze en de andere resultaten trekken we onder andere de volgende conclusies.
1. De problemen die energiearme huishoudens hebben rondom het betalen van de energierekening zijn zelden een op zichzelf staand probleem.
Diverse problematieken lijken elkaar te versterken, waardoor de huishoudens in vicieuze cirkel belanden die moeilijk te doorbreken is. Hierbij spelen o.a. de financiële situatie, de werksituatie, de gezondheid van bewoners en hun sociale vangnet een rol. Mensen die problemen op één of meerdere van deze vlakken hebben, zijn risicogroepen om ook te maken te krijgen met energiearmoede.
2. Huishoudens zijn ondanks hun kwetsbare situatie veelal vindingrijk en hebben een hoog leervermogen.
Om de woning comfortabel te krijgen, zijn veel huishoudens vindingrijk: er is behoefte aan informatie hoe ze (energie) kunnen besparen en verdiepen zich actief in manieren om dat te doen. Hierbij maken ze, waar dat kan, ook gebruik van hun eigen sociale netwerk, waarmee ze bijvoorbeeld (energie)besparingstips uitwisselen.
3. Een stressvolle situatie zorgt niet altijd voor een stressvolle reactie.
Veel huishoudens lijken een soort berusting te vinden in hun stressvolle situatie, waarbij huishoudens genoegen nemen met een relatief oncomfortabele leefsituatie en onzekerheid over de toekomst. Wanneer huishoudens meer moeite hebben om berusting te vinden in hun situatie, lijkt er een samenhang te zijn met de mate waarin zij te maken hebben met (ernstige) fysieke of mentale gezondheidsklachten of met een beperkt sociaal netwerk dat ondersteuning kan bieden in hun situatie.
4. Er is nog genoeg potentie voor energiebespaaradvies, wat ook aansluit op de informatiebehoefte en mogelijkheid tot regievoering door huishoudens.
Over het algemeen hadden weinig geïnterviewden energiebespaaradvies van een energiecoach ontvangen. Hierdoor lijkt er nog een potentieel voor meer hulp en besparing. Bovendien illustreren de zelfredzaamheid en informatiebehoefte van bewoners dat energiebespaaradvies (d.m.v. energie coaching) een goede manier is om die behoefte te vervullen. Door huishoudens in die behoefte te voorzien en handelingsperspectief te bieden, geef je ze meer grip en regie op hun situatie.
Jaarlijkse monitoring
TNO zal jaarlijks interviews houden met energiearme huishoudens om zo te monitoren of en welke verandering er in de situatie van energiearme huishoudens plaatsvindt. Met de resultaten krijgt de overheid een beeld van de behoeften en uitdagingen van energiearme huishoudens. Meer informatie over dit onderzoek, waaronder de antwoorden op alle deelvragen, zijn in het rapport te lezen.