Aantal thuiswerkuren sinds coronapandemie fors gestegen
Hybride werken heeft sinds de start van de coronapandemie een vlucht genomen, en dat lijkt een blijvende verandering. Hoewel medio 2023 bijna 2 op de 3 werknemers volledig op locatie werkt, is het aantal thuiswerkuren fors gestegen: van gemiddeld 2,6 uur per week in 2019 naar bijna 7 uur per week medio 2023. Dit blijkt uit het NEA-COVID-19 onderzoek* van TNO onder ruim 6.000 werknemers, dat van 6 juni tot en met 6 juli 2023 plaatsvond en waarbij de situatie medio 2023 vergeleken wordt met die van voor de pandemie (eind 2019).
Daarbij kan 1 op de 3 werknemers regelmatig zelf bepalen waar of wanneer te werken. Toch zijn er nog lang niet altijd (formele) afspraken over gemaakt. Bij één op de 5 werknemers zijn er helemaal geen afspraken over hybride werken gemaakt.
Hybride werken vooral toegenomen onder mensen die al thuiswerkten vóór de pandemie
Medio 2023 werkte 65% van de werknemers alle werkdagen op locatie, vooral omdat het werk het niet toelaat om vanuit huis te werken, dat is minder dan voor de pandemie (71%). Werknemers die medio 2023 thuiswerkten combineerden dit bijna altijd met werken op locatie. Slechts 6% van de werknemers werkte alle dagen vanuit huis, de rest werkte gedeeltelijk (14%) of hoofdzakelijk (14%) vanuit huis.**
Werknemers werkten gemiddeld 6,8 uur per week vanuit huis, dit was eind 2019 nog gemiddeld 2,6 uur per week. Dit betekent dat er niet alleen meer werknemers thuis zijn gaan werken, maar dat vooral werknemers die al thuiswerkten voor de pandemie meer uren vanuit huis zijn gaan werken in 2023: van 5 uur per week in 2019 naar bijna 20 uur per week medio 2023.
Thuiswerken omdat het kan en uitkomt, maar vooral een bewuste keuze
De sociale aspecten - sociale contacten, samenwerking met collega’s, en merendeel van collega’s is op locatie - zijn de belangrijkste redenen om (ook) op locatie te werken. De belangrijkste reden om (deels) thuis te werken zijn de aard van het werk, minder reistijd, en productiviteit en concentratie.
Wel zijn er verschillen tussen de groepen thuiswerkers. Gedeeltelijke thuiswerkers lijken vooral thuis te werken ‘omdat het kan en uitkomt’ terwijl hoofdzakelijke en volledige thuiswerkers bewust kiezen voor thuiswerken. Bij volledige thuiswerkers zijn ook gezondheidsklachten relatief vaak een reden om thuis te werken.
Bijna een derde van de werknemers geeft aan regelmatig zelf te kunnen bepalen waar of wanneer er wordt gewerkt. Toch zijn er niet altijd afspraken gemaakt over hybride werken. Bij 1 op de 5 werknemers die thuis kan werken zijn er binnen de organisatie geen afspraken over hybride werken. Bij bijna de helft zijn er informele afspraken (bijv. in overleg met leidinggevende) en bij een derde zijn de afspraken over hybride werken formeel vastgelegd.
Meer thuiswerken zorgt voor minder bewegen
Het vele thuiswerken lijkt vooral te zorgen voor minder beweging. Het gemiddelde aantal uur beeldschermwerk nam toe van 4,6 uur per dag in 2019 naar 5,6 uur per dag in 2023. Meer dan de helft van de werknemers zit meer dan 6 uur per dag achter een beeldscherm. Onder thuiswerkers geldt dit zelfs voor meer dan 8 op de 10 werknemers.
Medio 2023 zaten werknemers gemiddeld 5,3 uur per dag onder werktijd en 4,1 uur per dag in de vrije tijd. In 2019 zaten werknemers nog gemiddeld 4,9 uur per dag onder werktijd en 3,3 uur per dag in de vrije tijd. De overige fysieke maar ook psychosociale arbeidsomstandigheden zijn medio 2023 licht verbeterd ten opzichte van 2019.
Bij 84% van de werknemers met post-COVID zijn de klachten van invloed op hun werk
Medio 2023 had 7% van alle werknemers post-COVID. Zij hadden na hun corona besmetting al minimaal 3 maanden klachten. Het aandeel werknemers met post-COVID was het hoogst onder volledige locatiewerkers (10%). Veruit de meeste genoemde klacht is vermoeidheid (72%), gevolgd door concentratieproblemen (48%) en geheugenproblemen (41%).
Bij 84% van de werknemers met Post-Covid zijn de klachten van invloed op het werk. Hiervan heeft 55% soms last van de klachten, 21% vaak en 9% altijd. Ongeveer de helft van deze werknemers heeft behoefte aan aanpassingen in het werk vanwege de klachten. Het gaat dan vooral om aanpassingen in de werktijden en in de hoeveelheid werk.
* De cijfers zijn gebaseerd op het NEA-COVID-19 onderzoek. Dit is een vragenlijstonderzoek onder werknemers die participeerden in de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2019. Data over hun werk en arbeidsomstandigheden tijdens en na de coronapandemie. De laatste meting heeft plaatsgevonden in juni en juli 2023, vlak nadat de WHO aangaf dat de coronapandemie zich in een endemische fase bevindt. De data zijn gewogen naar geslacht, leeftijd, onderwijs en sector om daarmee zo goed mogelijk een afspiegeling te geven van de Nederlandse werknemerspopulatie uit 2019.
**TNO onderscheidt in het onderzoek vier groepen werknemers: volledige locatiewerkers (meer dan 90% van de werktijd op locatie), gedeeltelijke thuiswerkers (10% of meer maar minder dan de helft van de werktijd thuis aan het werk), hoofdzakelijke thuiswerkers (minimaal de helft van de werktijd maar minder dan 80% vanuit huis aan het werk) en volledige thuiswerkers (80% of meer van de werktijd vanuit huis aan het werk).