Onderzoekers pleiten voor gidsrol Nederland in wereldwijde methaanmonitoring
Op de COP28 in Dubai willen landen nieuwe afspraken maken om emissies terug te dringen. Daarvoor is het nodig om de bronnen te identificeren. Nederland heeft veel ervaring met satellieten die methaanuitstoot monitoren. Onderzoekers van SRON, KNMI, TNO en TU Delft zien met hun huidige ruimte-instrument TROPOMI enorme methaanpluimen boven vuilnisbelten en fossiele brandstofwinning. Ze pleiten nu gezamenlijk voor een leidende rol van Nederland om wereldwijd meer van dit laaghangende fruit te identificeren. ‘Alle kennis is aan boord. Nederland heeft een unieke kans om de wereld bij de hand te nemen in de monitoring van methaan maar daar is lange termijn inzet nodig.’
Menselijke methaanuitstoot is voor een belangrijk deel—45%—verantwoordelijk voor de netto opwarming van de aarde. Anders dan CO2 verdwijnt methaan relatief snel—al na tien jaar—uit de atmosfeer, zodat minder uitstoot ook snel minder concentratie in de lucht betekent. De uitstoot van methaan blijft echter stijgen.
Laaghangend fruit
Door de korte levensduur van methaan levert het aanpakken van de uitstoot snelle klimaatwinst op. En dan is een deel van die uitstoot ook nog sterk geconcentreerd op bepaalde plekken. Daar lekken enorme methaanpluimen weg vanuit zogenoemde super-uitstoters. Dit zijn vaak vuilnisbelten, kolenmijnen of olie- en gasinstallaties. ‘Dat is het laaghangende fruit in de strijd tegen klimaatverandering,’ zegt Aaldert van Amerongen (SRON) van het Nederlandse Clear Air Consortium. ‘Alleen al de methaan-super-uitstoters die we zelf ontdekken hebben samen een grotere klimaatimpact dan de totale broeikasgasuitstoot van heel Nederland, dus inclusief CO2. Als we die lekkages aanpakken boeken we snelle klimaatwinst met weinig moeite. Dan moet je ze wel eerst identificeren en dat kan wereldwijd met satellieten. En dat is precies waar we in Nederland heel goed in zijn.’
Nederlandse expertise
Binnen het Clear Air Consortium werken SRON, KNMI, TNO en TU Delft samen aan onderzoek en technologie rond emissiemonitoring. Sinds 2017 ontdekken ze met het Nederlandse TROPOMI ruimte-instrument steeds meer grote methaanlekken. TROPOMI heeft dagelijkse wereldwijde dekking, maar relatief lage resolutie. Daarom werken ze aan de TANGO-satelliet die vanaf 2027 CO2 en methaan moet gaan meten.
‘We zien nu slechts het topje van de ijsberg, met beter inzicht in lokale emissiebronnen kunnen landen doeltreffender beleid ontwikkelen om de uitstoot te verminderen. De potentie van Nederland als gidsland op dit gebied wordt wereldwijd erkend, daarom moeten we vasthouden aan dit technologisch leiderschap.’
Monitoring noodzakelijk
Hoewel er wereldwijd nog aan wetgeving rond methaanuitstoot wordt gewerkt, worden er op de COP28 al verschillende controlemechanismen gelanceerd, van onder meer de Verenigde Naties. Hun IMEO-MARS initiatief spreekt super-uitstoters aan op hun lekkages en maakt deze na enige reparatietijd publiek. ‘De VN zetten zich in voor het terugdringen van methaan- en CO2-uitstoot, maar ze hebben beperkt zicht,’ zegt Pepijn Veefkind (KNMI). ‘Er is sterke behoefte aan goede monitoring van broeikasgasemissies, wereldwijd, frequent en tot op het niveau van de individuele vervuiler. Nederland heeft de capaciteit die het verschil kan maken, dus laten we onze verantwoordelijkheid nemen en hierin de leiding nemen.’