Mogelijkheden voor scope 3-emissiebeleid in Nederland
Het nationale en internationale klimaatbeleid, zoals het Europese emissiehandelssysteem, richt zich vooral op het verminderen van de zogenoemde scope 1- en 2-emissies. Veel bedrijven zijn al bezig om deze emissies te verminderen. Daarnaast hebben bedrijven ook indirecte emissies in hun waardeketens, zoals bij de productie van de grondstoffen die ze inkopen en bij het gebruik van de producten die ze verkopen. Op dit moment zijn deze scope 3-emissies nog nauwelijks onderdeel van beleid terwijl ze in de praktijk een groot deel van de totale emissies van bedrijven uitmaken. TNO verkende daarom in opdracht van de interdepartementale werkgroep ketenemissies de mogelijkheden voor scope 3-emissiebeleid in Nederland.
Breng omvang scope 3-emissies in kaart
De verkenning wijst uit dat het eerst nodig is om meer duidelijkheid te krijgen over de omvang van de scope 3-emissies per bedrijf. De verschillen per sector en bedrijf zijn namelijk groot en overlappen met scope 1- en 2-emissies van andere bedrijven. Europees beleid verplicht grote bedrijven al om de komende jaren hun scope 3-emissies in kaart te brengen. Als de omvang van de scope 3-emissies per bedrijf beter bekend is en knelpunten voor monitoring zijn weggenomen, kan verder scope 3-beleid ingevoerd worden.
Rapport
Download het rapport 'Opties voor scope 3-beleid in Nederland' hier.
Motivaties bedrijven
In de verkenning heeft TNO ook gekeken naar de motivaties van bedrijven voor het verminderen van scope 3-emissies. Een belangrijke rol speelt het uitvoeren van beleidsverplichtingen, net als eisen die klanten aan bedrijven stellen. Daarnaast kunnen verschillende interne motivaties een rol spelen zoals kostenbesparing, marketing, risicovermindering en interne bedrijfscultuur. De overheid kan inspelen op deze motivaties onder meer door eisen te stellen als ‘launching customer’ of door het scheppen van een helder, lange termijn beleidskader.
Mogelijkheden voor reductie scope 3-emissies
Belangrijke mogelijkheden voor bedrijven om hun scope 3-emissies te verminderen zijn onder meer anders inkopen, ander ontwerp van producten of samenwerking met toeleveranciers en afnemers. Specifiek beleid kan onder meer gericht worden op de sectoren met de grootste scope 3-emissies, op koplopers, of op het reduceren van scope 3-emissies door de circulaire economie te versterken. Van belang is ook om aan te sluiten op de handelingsopties die bedrijven zelf zien. Daarbij moeten ook eventuele ongewenste neveneffecten van het beleid goed gemonitord worden. Advies is daarom om deze handelingsopties en neveneffecten nog nader te verkennen.