Onbenut arbeidspotentieel biedt kansen voor krappe arbeidsmarkt
TNO en CBS presenteren op donderdag 27 juni 2024 de zevende editie van Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt (DNA VII). In deze publicatie wordt onderbenutting op de Nederlandse arbeidsmarkt in beeld gebracht. Een zeer relevant thema gezien de aanhoudende personeelskrapte in veel sectoren. In DNA VII wordt zowel naar kwantitatieve onderbenutting (in de zin van omvang en uren) als naar kwalitatieve onderbenutting (in de zin van onderbenutte kennis en vaardigheden) gekeken.
DNA VII is een publicatie van TNO en CBS met bijdragen van onderzoekers van SEOR, ROA (Universiteit Maastricht), Avans Hogeschool, Saxion, Centerdata en de Vrije Universiteit Amsterdam.
Kwantitatieve en kwalitatieve onderbenutting
De zevende editie van DNA laat zien dat gemiddeld de helft van de Nederlandse werknemers in deeltijd werkt (minder dan 36 uur per week). We zien hier grote verschillen tussen vrouwen en mannen.
Van de vrouwen werkt 74,8% in deeltijd, van de mannen is dit 28,9%. Veel deeltijdwerkers doen naast hun werk maatschappelijk belangrijke taken zoals mantelzorg of het opvoeden van kinderen. Een deel volgt een opleiding om hun eigen arbeidsmarktpositie te verbeteren.
Kwalitatieve onderbenutting is relatief stabiel in Nederland: 30% van de werknemers zegt meer kennis en vaardigheden te hebben dan nodig voor het werk. Deze vorm van onderbenutting wordt het meest ervaren door werknemers met minder complexe beroepen en werknemers in de handel, vervoer en horeca.
Meer werken lukt vaak niet
Gemiddeld 20% van de deeltijdwerkers zou meer uren willen werken blijkt uit TNO onderzoek. Hoewel een groot deel van deze groep bestaat uit jongeren die onderwijs volgen, zijn er ook specifieke groepen aan te wijzen waar wel potentie lijkt te zijn om meer uren te gaan werken.
Dat zijn bijvoorbeeld vrouwen die nu 15 uur of minder per week werken en om vrouwen met kinderen ouder dan 12 jaar. De wens om meer uren te gaan werken, is bij slechts 30% een jaar later ook daadwerkelijk gerealiseerd. Dit kan komen doordat (mantel)zorgtaken een struikelblok kunnen zijn om meer uren te kunnen werken.
Tegelijkertijd is dit ook een aansporing voor werknemers en werkgevers om samen vaker het gesprek aan te gaan over meer uren willen werken. Werkgevers kunnen door het bieden van de juiste randvoorwaarden, zoals flexibiliteit in uren en roosters, deze groep aantrekken.
Optimaal benutten van talenten
Ongeveer 30% van de werkenden in Nederland zegt meer kennis en vaardigheden te hebben dan nodig is voor het werk. Dit betekent dat het potentieel van werkenden binnen organisaties op dit moment niet optimaal benut wordt. Meer focus op de skills die iemand heeft en hoe die skills in de organisatie ingezet en (door)ontwikkeld kunnen worden, biedt kansen om kwalitatieve onderbenutting te verminderen.
Vanuit maatschappelijk perspectief is het belangrijk dat arbeid daar wordt ingezet waar het het hardste nodig is. Dit vraagt om een discussie over hoe we het beschikbare potentieel in Nederland het beste kunnen benutten en hoe dat bijdraagt aan waarde voor de samenleving in termen van brede welvaart.
Tijdens het symposium op 27 juni (Sociëteit de Vereeniging, Den Haag) wordt het gesprek over dit belangrijke onderwerp voortgezet met sprekers als Tjark Tjin-A-Tsoi (Raad van Bestuur TNO), Peter Hein van Mulligen (hoofdeconoom CBS) en bij DNA VII betrokken onderzoekers.
Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt
Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt VII is te vinden op de website van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken.