Nederlandse gasproductie daalt verder in 2023
De rijksoverheid heeft op 15 juli 2022 een versnellingsplan gaswinning Noordzee gepresenteerd. Ook in het hoofdlijnenakkoord van het huidige kabinet wordt gemeld dat gaswinning op de Noordzee wordt opgeschaald. Het versnellingsplan is gericht op meer gaswinning in de Noordzee om de leveringszekerheid van gas in Nederland te bevorderen en daarmee het gemis van de Russische gasimport zoveel mogelijk te compenseren.
Uit de meest recente cijfers blijkt dat de gerealiseerde en verwachte Nederlandse gasproductie structureel achterblijft. Dit blijkt uit een analyse van TNO.
Gasproductie in kaart
Jaarlijks brengt TNO voor het ministerie van Klimaat en Groene Groei de stand van zaken omtrent de gasproductie in kaart: ‘Delfstoffen en aardwarmte in Nederland’.
De belangrijkste conclusies
- In 2023 is er 10% minder gas geproduceerd dan verwacht.
- De gasvoorraad is in 2023 gedaald van 97 naar 74 miljard m3.
- De komende jaren zijn er net als in het Verenigd Koninkrijk weinig exploratieboringen naar mogelijk nieuwe gasvelden voorzien.
Als de dalende trend doorzet kan gasproductie op de Noordzee na 2030 minimaal worden.
Gasproductie verwacht en gerealiseerd
In 2023 is er 8,8 mrd m3 gas geproduceerd, dat is 10% minder dan de verwachte 9,8 mrd m3 gas uit de ‘kleine velden’ (alle gasvelden zonder het Groningen-gasveld)[1]. Ook in 2022 viel de gasproductie lager uit, namelijk 11 miljard m3, terwijl er aan het begin van het jaar een gasproductie van 12 miljard m3 was verwacht door de gasbedrijven. Daarmee is de gasproductie van 2022 naar 2023 met 20% gedaald.
[1] Om de vergelijking met de verwachte waarden (in Groningen equivalent, i.e. teruggerekend naar dezelfde calorische waarde) te kunnen maken wijkt de gasproductie hier vermeldt ~10 % af van de gasproductie in hfst 3 van het jaarverslag.
Daling gasvoorraad van 2022 naar 2023
De gasproducenten hebben de verwachte gasproductie uit de aangetoonde gasvelden over de komende jaren met 14 miljard m3 naar beneden bijgesteld (afgeschreven van de gasvoorraad). Door deze bijstelling van de voorraad, samen met de gasproductie, is de voorraad over het afgelopen jaar gedaald van 97 naar 74 miljard m3. Daarmee zal de toekomstige jaarlijkse productie ook lager uitvallen.
Lange termijn daling gasvoorraad
Gedurende de afgelopen 5 jaar (2019 t/m 2023) hebben de gasproducenten jaarlijks gemiddeld 9 mrd m3 afgeboekt op de voorraden. De gasvoorraden zijn dus zowel door deze afboekingen als door de productie gedaald.
Aantal exploratieboringen
Er waren in 2023 vier exploratieboringen op de Noordzee, in 2022 waren dat er zeven. Ook voor de komende jaren zijn maar beperkt formele plannen in contracten gezet.
Verwachte daling
Het doel van het versnellingsplan is de Nederlandse gasproductie te bevorderen om de dalende gasproductie tegen te gaan. De daling heeft zich tot nu versneld doorgezet. TNO voorziet op basis van deze trend een continuering van de daling. Als de trend zich doorzet zal rond 2030 de gasproductie minimaal zijn. De gasproducenten zien wel potentieel tot na 2040.
Mogelijke oorzaken
Uit de verwachte aantallen exploratieboringen (van 7 naar 4) , gasvoorraden (van 97 naar 74 mrd m3) en gaswinning (van 12 naar 9 mrd m3) blijkt dat na bijna 2 jaar geen effecten van het versnellingsplan zichtbaar zijn. Daling is te verwachten door de natuurlijke uitputting van de gasvelden, maar met name afwaardering van de gasvoorraden en de lage investeringsbereidheid zijn tekenend. Deze kenmerken wijzen erop dat Nederland structureel minder aantrekkelijk is geworden voor investeringen van de olie- en gasindustrie door een verslechterde perceptie van het investeringsklimaat. Dit is mogelijk veroorzaakt door:
- De aanvullende belastingen voor de gasproducenten na de extreem hoge gasprijzen in 2022.
- Vertragingen door vergunningprocedures (ref. NO5-A proces).
- Minder nieuwe projecten door maatschappelijke weerstand tegen gaswinning op land en op zee.
- De onzekerheid over maatschappelijke acceptatie (en daarmee politieke steun) veroorzaakt dat het investeren in gaswinningsprojecten een groter financieel risico met zich meedraagt.
Op dit moment is door de nieuwe regering in het Verenigd Koninkrijk wel te verwachten dat projecten in dat land ook minder aantrekkelijk worden. Dit, tezamen met nog te implementeren beleid, kan tot gevolg hebben dat Nederland weer relatief aantrekkelijker wordt.
Verantwoording
TNO brengt de stand van zaken omtrent de gasproductie jaarlijks in kaart met het jaarverslag ‘Delfstoffen en aardwarmte in Nederland’. Dit jaarverslag wordt door de Adviesgroep Economische Zaken (TNO-AGE, onderdeel van de Geologische Dienst Nederland - GDN) samengesteld op basis van de ontvangen gegevens van uitvoerders van vergunningen onder de Mijnbouwwet. TNO-AGE doet dit in opdracht van en voor het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (vanaf 2024 ministerie van Klimaat en Groene Groei). Het jaarverslag rapporteert over de activiteiten en resultaten van de opsporing en winning van koolwaterstoffen, steenzout en aardwarmte in Nederland. Ook gaat het in op de status en toekomst van de ondergrondse opslag van stoffen voor tijdelijke (aardgas, aardolie en stikstof) en permanente (zout water en CO2) opslag.
De Geologische Dienst Nederland is de beheerder van alle data en kennis van de Nederlandse ondergrond. De GDN is onderdeel van TNO. Eén van de taken van de GDN is het adviseren omtrent de winning van gas uit de Nederlandse ondergrond. De GDN doet dat al tientallen jaren en rapporteert hier jaarlijks over (zie ook www.nlog.nl).
Neem contact met ons op
Laat je verder inspireren
22 resultaten, getoond 1 t/m 5
Innovaties in geo-energietechnologieën voor de energietransitie
Recent onderzoek en innovaties in de RCSG-faciliteit hebben geleid tot aanzienlijke vooruitgang in geo-energietechnologieën.