Bredere inzet op R&D en skills nodig voor boost arbeidsproductiviteitsgroei
Nederland loopt achter in de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. In vergelijkbare landen in Europa en daarbuiten stijgt de waardecreatie per uur arbeid de afgelopen jaren sneller dan in Nederland. Een belangrijke reden hiervoor is dat de Nederlandse economie vooral groeide door te leunen op meer werkuren en goedkope en flexibele arbeid. Dit in plaats van efficiënter te werken.
Inzet op R&D-investeringen, sectoren met hoog groeipotentieel, arbeidsbesparende technologie, versnelde toepassing van innovatie in het mkb en continue skills ontwikkeling van medewerkers, kunnen het tij keren. Dat schrijft TNO in een nieuw paper over de arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland. (pdf)
“Investeren in R&D draagt bij aan hogere arbeidsproductiviteit. Dat is essentieel voor een sterke economie en het behoud van goede publieke voorzieningen.”
Arbeidsproductiviteitgroei vertraagt
In 2022 lag de arbeidsproductiviteit* met 88 dollar per uur boven het gemiddelde van de Eurozone (77 dollar per uur), de EU27 (71 dollar per uur) en het OESO-gemiddelde (65 dollar per uur). Net als in veel andere landen, heeft Nederland al tientallen jaren te maken met een vertraging van de arbeidsproductiviteitsgroei. Deze vertraging is in Nederland alleen sterker dan in vergelijkbare landen (figuur 1).
Focus op goedkope arbeid
Naast internationale trends, zoals de vergrijzing, keek TNO naar factoren die specifiek invloed hebben op de Nederlandse situatie. Nederlanders zijn vanaf 2014 meer uren gaan werken terwijl in de meeste andere vergelijkbare landen (behalve de VS) het gemiddeld aantal gewerkte uren juist is afgenomen (zie figuur 2). Nederlanders werkten meer, maar zijn per gewerkt uur niet productiever geworden.
Als verklaring wijzen de onderzoekers op de verschuiving van arbeid naar minder productieve sectoren in Nederland. Flexibilisering en loonmatiging hebben eraan bijgedragen dat de werkgelegenheid in dergelijke sectoren snel is blijven groeien, zonder dat dit tot groei van de arbeidsproductiviteit heeft geleid. Deze verschuiving heeft in Nederland geleid tot een economie met veel flexibele arbeidskrachten, laagproductieve bedrijven en minder innovatie.
“In onze vergrijzende samenleving is het van belang om met minder mensen meer waarde te creëren door innovaties sneller toe te passen in de praktijk.”
Oplossingsrichtingen
TNO pleit voor een gezamenlijke inzet van overheid, bedrijven, onderwijsinstellingen en werkenden om het tij te keren.
- Om te beginnen met meer investeringen in sectoren met veel groeipotentieel en innovatie, waar technologie makkelijk inzetbaar is om schaarse menskracht te ondersteunen of vervangen. Voorbeelden zijn de hightech maakindustrie of kennisintensieve diensten waar software en AI processen kunnen versnellen. Hier is nog veel winst te behalen in arbeidsproductiviteitsgroei. Door de publieke R&D-investeringen te verhogen (om te bewegen richting de Europese afspraak van 3% van het bbp) in combinatie met innovatiebeleid, kan de overheid extra private investeringen uitlokken.
- Innovatiebeleid kan ook de ontwikkeling en toepassing van arbeidsbesparende technologie bevorderen. Het is belangrijk dat deze technologie 'mensgericht' is, wat betekent dat ze zowel de productiviteit als de kwaliteit van het werk verbetert.
- Momenteel blijft veel potentie van beschikbare innovaties, vooral in het MKB, onbenut. Speciale aandacht is dan ook nodig voor hoe arbeidsbesparende technologie zoals robotisering en AI sneller in de MKB-praktijk kan worden toegepast.
- Een belangrijk onderdeel hiervan is dat medewerkers continu de juiste skills ontwikkelen om innovaties toe te passen. Werkgevers kunnen bij het werven van nieuwe medewerkers meer letten op de vaardigheden die mensen hebben opgedaan, in plaats van alleen op diploma's.
* De arbeidsproductiviteit is de opbrengst per gewerkt uur, een economische term voor hoe efficiënt mensen hun werk doen.