Rotterdamse haven als kansrijke Europese hub voor duurzame koolstof
De Rotterdamse haven kan uitgroeien tot een internationale hub voor circulaire koolstof. Dit biedt voordelen voor de economie en het klimaat van Nederland, als voor Noordwest-Europa en de EU. In een breed consortium, bestaande uit SmartPort, VEMOBIN, VNCI, Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Rotterdam en FieldLab Industrial Electrification (FLIE), is onderzocht hoe de haven kan overstappen naar duurzame koolstofbronnen. TNO heeft in opdracht van het consortium gedurende het onderzoek met hulp van VEMOBIN, VNCI en hun leden een systeemvisie op duurzame koolstof opgesteld.
Benieuwd naar het rapport?
Lees de samenvattende rapportage 'Circulaire koolstof voor de Nederlandse chemie- en brandstoffensector' (pdf).
Kansrijke koolstofroutes in kaart gebracht
De onderzoekers hebben onderzocht naar wat overheden en het Havenbedrijf Rotterdam kunnen doen om de overstap naar duurzame koolstofbronnen te realiseren. Ze hebben kansrijke koolstofroutes in kaart gebracht en onderzocht hoe deze passen in het energiesysteem. Hierbij hebben ze gekeken naar de mogelijkheden met afval, biomassa en afgevangen CO₂.
Uit het onderzoek van TNO blijkt dat voor de transitie naar circulaire koolstofroutes in de chemie- en brandstoffensector de volgende zaken cruciaal zijn: het stimuleren van de marktvraag, het benutten van synergie in deze sector, het vergroten van de beschikbaarheid van grondstoffen en een robuuste overheidsvisie.
Sterke uitgangspositie, maar ook uitdagingen
Dankzij de strategische ligging van de Rotterdamse haven, met haar goed ontwikkelde infrastructuur richting het achterland en het ARRRA-cluster (Antwerp-Rotterdam-Rhine-Ruhr-Area), heeft Nederland een sterke uitgangspositie om koploper te worden in een circulaire koolstofeconomie. De regio biedt daarnaast een solide kennisbasis en concrete mogelijkheden op het gebied van CO₂-opslag (CCS) en hernieuwbare energieprojecten.
Ook zijn er mogelijkheden voor synergie. Uit het onderzoek blijkt dat de chemie- en brandstoffensector in de toekomst in toenemende mate dezelfde circulaire moleculen en grondstoffen willen gebruiken en produceren. Dat biedt mogelijkheden om de krachten te bundelen, synergievoordelen te benutten en daarmee circulaire koolstofbronnen efficiënter en op grotere schaal te produceren.
Er zijn ook grote uitdagingen. De marktvraag naar duurzame circulaire producten blijft achter door hogere kosten bij productie en gebruik van circulaire koolstofbronnen ten opzichte van fossiele bronnen en afnemers zijn slechts in beperkte mate bereid om meer te betalen voor circulaire producten. Ook is er onzekerheid over de toekomstige beschikbaarheid van kansrijke circulaire koolstofbronnen, zoals bio-grondstoffen en gerecycled plastic. Daarnaast kunnen ruimtegebrek in de Rotterdamse haven en de lange doorlooptijd van vergunningstrajecten tot vertragingen en ontmoediging leiden bij nieuwe investeringen.
Aanbevelingen voor versnelling
Het rapport doet de volgende concrete aanbevelingen om de transitie naar duurzame koolstof te versnellen.
Overheden worden opgeroepen om op korte termijn beleidskeuzes te maken en onzekerheden weg te nemen middels een heldere visie op de toekomst van de chemie- en brandstoffensector. Zo kan de marktvraag naar duurzame producten gestimuleerd worden door bijvoorbeeld verplichting van een minimum aandeel circulaire grondstoffen in producten, het verlagen van accijnzen of BTW op duurzame producten, of het opnemen van duurzaamheidseisen in openbare aanbestedingen. Daarbij spelen Nederlandse overheden, maar zeker ook de Europese Unie (EU) een belangrijke rol.
Om vergunningstrajecten te versnellen, is het cruciaal dat het bevoegd gezag vroegtijdig wordt betrokken. Regels die circulaire innovaties bevorderen, moeten proactief worden opgesteld. Flexibele regelgeving kan experimenten en innovatie ondersteunen, vooral in innovatiegerichte regio’s.
Daarnaast kan de beschikbaarheid van grondstoffen worden vergroot door efficiëntere en kwaliteitsgerichte afvalsortering en verbeterde recyclingprocessen.
Ook is het cruciaal om een groter volume aan duurzame biomassa naar Nederland te importeren, zodat de chemie- en brandstoffensector op grote schaal duurzamer kunnen produceren.
Tot slot is samenwerking tussen industrie, kennisinstellingen en overheden essentieel. Door de opgeleverde systeemvisie kan beleid en uitvoering beter op elkaar worden afgestemd, wat zorgt voor een doelgerichte aanpak.