
Publiek vertrouwen in kernenergie vraagt om een adaptieve beleidsaanpak
Klimaatverandering, geopolitieke spanningen en netcongestie maken besluitvorming over een goede energiemix urgenter dan ooit. In samenwerking met NRG PALLAS onderzocht TNO welke factoren invloed hebben op de maatschappelijke acceptatie van kernenergie. De studie toont aan dat de publieke perceptie sterk samenhangt met de perceptie van mogelijke voordelen, nadelen, risico’s en ervaren eerlijkheid van het beleid. Caroline van der Weerdt (TNO) en Govert de With (NRG PALLAS) bevelen een adaptieve beleidsaanpak aan: flexibel, responsief en aansluitend bij maatschappelijke veranderingen.

“Het is belangrijk om een proces in te richten van voortdurend waarnemen wat er leeft en daarop in te spelen.”
De veranderende dynamiek in het energiedebat
Waar het kernenergiedebat in het verleden vooral ging over veiligheid, afval en risico’s, zien we dat andere onderwerpen nu meer aandacht krijgen. “Mensen kijken tegenwoordig vaker naar energiezekerheid, klimaatverandering en de kosten van alternatieven,” zegt Van der Weerdt.
Vertrouwen is geen vast gegeven
Het onderzoek laat zien dat publieke houding ten opzichte van kernenergie wordt beïnvloed door drie kernfactoren:
- Risicoperceptie: hoe mensen de risico’s van kernenergie ervaren, bijvoorbeeld als het gaat om veiligheid en milieu.
- Waargenomen netto voordeel: welke factoren worden als positief gezien, zoals betaalbare energie of minder CO₂-uitstoot.
- Eerlijkheid: wordt het beleid rond kernenergie als transparant en rechtvaardig ervaren.
Deze kernfactoren beïnvloeden elkaar voortdurend, en verschillen sterk per individu, regio en zijn mede afhankelijk van de tijdsgeest.

“Als we kernenergie een robuuste rol willen geven in de energiemix van de toekomst, moeten we óók investeren in het maatschappelijke fundament. Techniek én vertrouwen moeten hand in hand gaan.”
Eén kerncentrale, verschillende werkelijkheden
Opmerkelijk is het verschil tussen de opvattingen van het brede publiek en van mensen die in de directe omgeving van kerncentrales wonen. “Voor omwonenden spelen heel andere vragen, bijvoorbeeld over leefbaarheid of ruimtelijke ordening,” aldus Govert de With van NRG PALLAS. Beide vormen van vertrouwen – lokaal en nationaal – vragen dan ook om een eigen benadering.
Waarom beleid wendbaar moet zijn
De levensduur van een kerncentrale beslaat decennia. Dat maakt het verleidelijk om beleid ‘in beton te gieten’. Toch is dat volgens de onderzoekers risicovol. Het maatschappelijke debat verandert, evenals de waarden die daarin belangrijk worden gevonden. Daarom pleiten zij voor een adaptieve aanpak: een continue cyclus van luisteren, analyseren en reageren.
Dit vraagt ook om nieuwe vormen van participatie. Naast mensen actief betrekken bij besluitvorming over kernenergie, is het evenzeer van belang om vinger aan de pols te houden tijdens de lange planning-, bouw- en operationele fase en actief en open in te spelen op wat.
Conclusie
Het omgaan met publiek vertrouwen in kernenergie vraagt om een beleidsaanpak die aansluit bij maatschappelijke verandering. Vertrouwen in kernenergie ontstaat en blijft niet vanzelf. Er is meer nodig dan een technische onderbouwing of kosten-batenanalyse van kernenergie. Het gaat om het herkennen van verschillende perspectieven van burgers en om hen actief te betrekken.
Lees de bevindingen en perspectieven in het rapport “Public trust and nuclear energy”
Neem contact met ons op
Laat je verder inspireren
Kleine kernreactoren (SMR’s) kunnen belangrijke rol spelen in toekomstig energiesysteem


Groep huishoudens met brandstofauto kwetsbaar in transitie naar duurzame mobiliteit


Energietransitie groeiende samenwerking overheid en industrie

