Zo krijg je grip op complexe innovatietrajecten
De complexiteit van publiek-private innovatietrajecten is soms gekmakend. Dat komt omdat de relevante partijen weliswaar een gezamenlijk doel kunnen hebben, maar ondertussen toch ook hun eigen belangen blijven nastreven. Door de principes van ‘orchestrating innovation’ in de praktijk te brengen, krijgt TNO steeds meer grip op de dynamiek in dit soort samenwerkingstrajecten. Ook internationaal zijn er inmiddels mooie voorbeelden van het orkestreren van innovatie.
“Bij innovatieprocessen staan vaak technische mensen aan het roer. En daar gaat het mis, want met alleen een focus op de technische kant red je het niet”, weet Maurits Butter. Hij houdt zich bezig met het innovatiebeleid van TNO en deelt regelmatig de opgedane inzichten met de Europese Commissie.
Gekmakend
“De problemen van vandaag zijn complex”, vervolgt hij. “Zorgen dat we kunnen overstappen naar waterstof is meer dan een nieuwe cv-ketel ontwerpen. Daar zijn nog allerlei andere technische en sociale innovaties voor nodig. Bovendien moeten de infrastructuur en wetgeving aangepast worden. De complexiteit van dergelijke innovatietrajecten is soms gekmakend. Want hoe behaal je zowel de maatschappelijke als de economische doelen? En dan ook nog op zo’n manier dat alle deelnemende partijen erop vooruit gaan? En hoe financier je dergelijke initiatieven? Dit alles vraagt om een langdurige publiek-private samenwerking, waarin veel partijen hun belangen verenigen.”
“Omdat innovatietrajecten complex zijn, is het cruciaal om duidelijk te communiceren wie je bent, wat je doet en waar je naartoe wil. Een goede branding dus”
Benodigde boost
De complexiteit van publiek-private samenwerkingen is ook duidelijk te zien in fieldlabs. In deze ‘kraamkamers voor nieuwe innovaties’ delen bedrijven, kenniscentra en overheden hun kennis, ervaring en infrastructuur voor het ontwikkelen van innovatie. En dat geeft bedrijven de benodigde boost om nieuwe producten of services naar de markt te brengen. “Door onze betrokkenheid bij fieldlabs, innovation hubs en transitietrajecten begrijpen we steeds beter hoe we dit soort initiatieven tot een succes kunnen maken. Sneller resultaat en op een efficiënte manier!”, benadrukt Butter. “Daarbij leren we veel van andere organisaties die in hetzelfde schuitje zitten en die steeds beter worden in het orkestreren van innovatie. Zoals het MTC in Groot-Brittannië.”
Vertaalslag naar de business-kant
In 2012, bij de start van een internationaal innovatieproject van de Europese Unie, maakte Butter kennis met Lina Huertas. Zij is als Chief Technologist verantwoordelijk voor de technologiestrategie van het MTC (Manufacturing Technology Centre) in Groot-Brittannië. “Door de jaren heen heb ik Lina goed leren kennen”, aldus Butter. “Ik vind haar werkwijze heel inspirerend, vooral hoe ze de vertaalslag maakt naar de business-kant. Zij weet altijd met een duidelijk verhaal verschillende partijen bij elkaar te brengen en te activeren. Omdat innovatietrajecten complex zijn, is het cruciaal om duidelijk te communiceren wie je bent, wat je doet en waar je naartoe wil. Een goede branding dus. Dat is ook iets waar we nu binnen onze fieldlabs veel aandacht aan besteden.”
“Door onze betrokkenheid bij fieldlabs, innovation hubs en transitietrajecten begrijpen we steeds beter hoe we dit soort initiatieven tot een succes kunnen maken”
Verschillende lidmaatschappen
Het MTC heeft in tien jaar tijd een mooie reputatie opgebouwd. Voor een groot deel komt dat ook omdat ze een manier van samenwerken hebben gevonden die goed aansluit bij wat bedrijven zoeken. Zo werkt het MTC met verschillende lidmaatschappen. Huertas: “Leden die voor het meest strategische lidmaatschapsniveau kiezen, kunnen onze strategie helpen vormgeven. Daarnaast kunnen zij meedoen aan grote innovatieprojecten die op hun situatie zijn toegespitst en daar ook het meest aan bijdragen. Heeft een lid een wat nauwere focus die wel goed aansluit bij waar wij ons op richten? Dan kan zo’n partij in een samenwerkingsverband een bijdrage leveren in kleinere projecten. Daarnaast zijn er ook leden die minder actief bijdragen aan innovaties, maar die al wel gebruikmaken van onze faciliteiten, onze knowhow en ons netwerk.”
Een beetje reuring, please
“Wat ook helpt, is dat we een eigen academische campus hebben”, vervolgt ze. “Naast ons hoofdkantoor staan er nu ook trainingscentra in Coventry en Oxford. Na de start, in 2010, kwamen we er namelijk al snel achter dat innovatietrajecten een grotere kans van slagen hebben als medewerkers een training krijgen zodat ze de voor een nieuwe technologie benodigde vaardigheden eigen kunnen maken. Daarnaast hebben we hier het ‘National Centre for Additive Manufacturering’ laten bouwen. De campus bestaat uit moderne gebouwen met een goede uitstraling. We krijgen daar veel positieve reacties op en mensen komen er graag. Dat zorgt voor reuring en die reuring leidt vervolgens weer tot nieuwe initiatieven. Nabijheid doet vaak wonderen. Voor het bevorderen van innovatie helpt het dus om een goed pand te hebben en een breed scala aan diensten aan te bieden. Heel goed dus dat de Britse overheid dat ook inzag en bij de start in totaal 40 miljoen pond voor het MTC heeft vrijgemaakt. Ook in de tien jaar daarna is de overheid aanzienlijke bedragen blijven investeren.”
Belang van informele contacten
Naast een goede thuisbasis en financieringsstructuur is er nog iets wat bij innovatietrajecten heel belangrijker is: onderling vertrouwen. Omdat elke partij andere belangen heeft, is het vaak lastig om een gezamenlijk doel te formuleren waar iedereen zich in kan vinden. Ook op dat vlak heeft het werken met lidmaatschappen én het feit dat mensen graag naar het pand komen volgens Huertas grote voordelen. “Veel leden kennen elkaar. Bijvoorbeeld van een door ons georganiseerd seminar. Of ze hebben elkaar al eens informeel gesproken tijdens een drankje. Want ja, op de campus bevindt zich ook een café. Door de coronacrisis zijn die spontane ontmoetingen nu alleen helaas niet mogelijk”, verzucht ze. “Erg jammer, want die informele contacten spelen een belangrijke rol bij het opzetten en uitvoeren van innovatietrajecten. We organiseren nu wel online workshops. Dat werkt ook, maar is toch echt anders.”
“Informele contacten spelen een belangrijke rol bij het opzetten en succesvol uitvoeren van innovatietrajecten”
Lessons learned in praktijk brengen
“We hebben echt heel veel van het MTC geleerd”, benadrukt Butter. “We leren steeds meer over verdienmodellen voor fieldlabs en welk model wanneer werkt. Zo besteden we nu in onze fieldlabs veel aandacht aan trainingen. Dat is een extra verdienmodel, maar die trainingen dragen ook bij aan een succesvolle implementatie van een innovatie. Daarbij vind ik het zeer inspirerend om te zien hoe het MTC mensen bij elkaar brengt, waarbij ik de zorgen van Lina uiteraard deel. Want als mensen elkaar niet meer fysiek kunnen ontmoeten, is het lastiger om informeel ideeën uit te wisselen. Terwijl dat juist een aanjager van innovatie is. Daar moeten we dus nog iets op zien te vinden. Helaas kunnen we dat vanwege de Brexit niet meer in nauwe samenwerking met het MTC doen. Maar in al die jaren hebben we een vriendschappelijke band opgebouwd. Ik verwacht dus dat Lina en ik elkaar nog regelmatig zullen spreken. Informeel.”
Vlak na het interview werd bekend dat het MTC ondanks de Brexit toch mee gaat doen aan Horizon Europe, een onderzoek- en innovatieprogramma van de Europese Commissie. En dat is natuurlijk goed nieuws, ook voor de samenwerking tussen TNO en het MTC.
Meer weten?
Benieuwd hoe TNO kan helpen bij een complex innovatietraject? Neem contact op met Lotte de Groen.