Uitstoot van methaan op zee meten? Daar heeft TNO iets op gevonden

Thema:
Klimaat en luchtkwaliteit
21 april 2021

Methaan is een sterk broeikasgas. Na CO₂ is het de grootste veroorzaker van de opwarming van de aarde. Belangrijk dus om de methaanuitstoot zoveel mogelijk te beperken. Zo ook op zee. De Nederlandse olie- en gasindustrie heeft de methaanemissies van haar productie-installaties aardig omlaag weten te brengen. En niet alleen op papier. Dat de daadwerkelijke uitstoot goed overeenkomt met de schattingen, heeft TNO namelijk ter plekke met controlemetingen vastgesteld.

“Als wij verklaren dat wij onze methaanemissies hebben gereduceerd, is het niet zo dat iedereen ons meteen gelooft”, aldus Aart Tacoma, Secretary Health, Safety and Environment bij NOGEPA.

“Ik kan me nog een bijeenkomst herinneren, in 2017. De zaal zat vol met criticasters van de olie- en gasindustrie. ‘Jullie spelden ons wel allemaal mooie verhalen op de mouw,’ zeiden ze, ‘maar wat jullie daadwerkelijk aan emissies uitstoten, is niet transparant. Dus de methaanuitstoot die jullie rapporteren zal wel lager zijn dan die in werkelijkheid is’, kregen we te horen.”

Begrijpelijke kritiek

“Dat was best confronterend, maar ik snapte hun kritiek wel”, vervolgt hij. “Want de cijfers zitten in een elektronische database van het RIVM, waar je alleen met een account en een wachtwoord toegang tot krijgt. Daarbij is in die tabellen ook niet terug te zien hoe groot het aandeel van de gasindustrie is. Dus nee, dat is inderdaad niet erg transparant.”

Officieel vastgelegde standaarden

Het is ook niet zo dat operators van de productie-installaties op de Noordzee de beschikking hebben over geavanceerde meetapparatuur. Zij bepalen hun methaanuitstoot op basis van officieel vastgelegde standaarden.

“Wij dachten dat we, door ons aan alle regels en afspraken over emissierapportage te houden, transparant waren over onze emissies. Maar toen bleek dat de overheid weliswaar alle data kan inzien, maar dat onze informatie voor buitenstaanders niet toegankelijk is.”

Reality-check

Dat roept natuurlijk vragen op. Want in hoeverre komen de op protocollen gebaseerde rapportages overeen met de werkelijkheid? Er was dus behoefte aan een reality-check. “Maar dat moesten we natuurlijk niet zelf gaan doen”, benadrukt Tacoma.

“We gingen dus op zoek naar een onafhankelijke partij, die de ervaring en apparatuur heeft om metingen van methaanemissies te kunnen doen. En dat werd TNO. Zij hadden al ervaring met methaanemissiemetingen op land. Wij hebben gezorgd voor een schip, en daar heeft het onderzoeksteam in 2018 voor het eerst hun apparatuur op gehesen.”

Wereldwijde primeur

Op de Noordzee heeft de Nederlandse olie- en gasindustrie ongeveer 150 productie-installaties. En TNO heeft de methaanemissies van zo’n 50 platforms bepaald. Enkele daarvan waren vooraf geselecteerd, maar een groot aantal platforms is op willekeurige basis onderzocht. “Die metingen waren nog wel een uitdaging”, zegt TNO-onderzoeker Ilona Velzeboer.

“We hadden al wel ervaring met het meten van gasputten en installaties onshore. Daarnaast heeft Aerodyne in opdracht van EDF, het Environmental Defence Fund, ook een onderzoek gedaan naar methaanemissies van het Groningse gas. TNO was hierbij betrokken voor de emissieregistratie. De gemeten emissies waren hoger dan uit de totale emissieregistratie volgde, maar voor de verschillende inrichtingen werden wel degelijk hogere emissies gerapporteerd dan dat EDF had gemeten. Wel bleek uit datzelfde onderzoek dat de emissies van de Nederlandse gasindustrie veel lager waren dan in Amerika.”

“Wat ik maar zeggen wil: het was de eerste keer dat we dit soort metingen offshore deden. En het bijzondere van onze werkwijze was dat wij contact hadden met de operators op de platforms, waardoor we in staat waren om een meetmethode op basis van tracergas in te zetten. Het was wereldwijd de eerste keer dat het onderzoek op deze manier gedaan werd. Een unieke aanpak dus.”

Kwestie van terugrekenen

Als tracergas gebruikte TNO een onschadelijk gas dat zich makkelijk laat meten. En dat tracergas werd door de operators van de platforms losgelaten. Daarbij was precies bekend om welke hoeveelheid het ging. Vervolgens kon het TNO-team op het schip met de meetapparatuur aan de slag om de hoeveelheden tracergas en methaan te meten.

Door die metingen konden ze achterhalen hoeveel van het oorspronkelijke tracergas door de wind hun kant op was geblazen. Als dat percentage bekend was, konden ze vervolgens op basis van de gemeten hoeveelheid methaan weer terugrekenen hoe groot de totale methaanemissie van een platform was.

Valse start

Tot zover de theorie. De praktijk bleek toch wat lastiger. Tijdens de eerste meetcampagne, in juni 2018, ging het mis. En hier en daar ook goed mis. Enerzijds kwam dat omdat het tracergas en een groot deel van de methaanemissies van de platforms boven een inversielaag werden uitgestoten. Die emissies daalden niet meer naar zeeniveau. Dus was er niets te meten.

“Tijdens de tweede meetcampagne, eind 2018, hebben we het samen met de operators van de platforms op een andere manier georganiseerd”, blikt Velzeboer terug. “Het tracergas werd toen via een slang losgelaten. Bovendien hadden we vooraf met het KNMI bekeken hoe de weersomstandigheden tijdens de metingen zouden zijn, en die bleken veel gunstiger. En toen ging het wel goed.”

Sniffers op het platform

Om het meetprogramma transparant te maken, was er volgens Tacoma nog wel wat meer nodig dan de metingen die het TNO-team vanaf een schip deed. “Tijdens die metingen zaten onze mensen op de platforms. En dan zou iemand kunnen denken dat zij allemaal met hun vingers in gaten zaten om te voorkomen dat er methaan weg zou lekken. Vandaar dat er tijdens de eerste metingen op de platforms ook specialisten aanwezig waren van The Sniffers.

De mensen van dit in emissiemetingen gespecialiseerde bedrijf probeerden ter plekke met hun speciale apparatuur emissies op te sporen en kwantificeren. Met de standaardmethode die ze in de rest van de wereld gebruiken, vonden ze helemaal niks. Ze zijn toen overgestapt op bagging, een techniek waarbij het ze lukte om met speciale zakken toch nog heel kleine lekkages te ontdekken. Dat was voor ons een bevestiging dat we het helemaal niet zo slecht doen.”

Ook aanwezig: inspecteurs

“En dat was nog niet alles”, vervolgt hij. “We hadden ook inspecteurs van het Staatstoezicht op de Mijnen uitgenodigd om te verifiëren dat de productie-installaties waar metingen met tracergas werden uitgevoerd onder normale omstandigheden gas produceerden. Zij hebben dat inderdaad vastgesteld. En dus ook dat de metingen van TNO de emissies van de normale bedrijfsvoering van die installaties in beeld brachten.”

Vergelijking met Roemenië

De conclusie? “De emissies die door de olie- en gasmaatschappijen werden gerapporteerd, kwamen overeen met wat wij gemeten hebben”, vat Velzeboer de resultaten van het onderzoek kort en bondig samen. “Daarbij zagen we wel dat de methaanemissies van sommige productie-installaties wel wat hoger of juist lager waren dan de andere.

Vaak had dat te maken met de leeftijd van de installaties. De oudere exemplaren lieten gewoon wat meer los. Daarbij ging het nooit om grote lekkages. Heel anders dan in Roemenië, waar we ook de methaanemissies van de olie- en gasindustrie hebben gemeten. De situatie daar is niet te vergelijken met Nederland. Daar zijn de emissies echt schrikbarend veel hoger. Dus ik denk dat Nederland het echt goed heeft geregeld.”

Mogelijke samenwerking met Amerika

“Voor TNO was het ook heel leerzaam”, benadrukt ze. “Zo hebben we dankzij de samenwerking met NOGEPA een nieuwe meetmethode kunnen ontwikkelen, die data oplevert waar we echt achter staan. Vanuit Amerika is er in 2019, tijdens de NCGG8 conferentie ook interesse getoond. Aerodyne heeft in samenwerking met EDF metingen gedaan aan platforms in de Golf van Mexico, maar zonder tracergassen.

Dat willen ze graag in samenwerking met ons gaan doen. Maar toen kwam corona. Dat ligt nu dus stil. Maar we gaan die samenwerking straks ongetwijfeld weer oppakken. En het zou helemaal mooi zijn als de nieuwe meetmethode ook in andere landen wordt toegepast. We werken daarom ook aan een wetenschappelijke publicatie over deze methode.”

Nog een tandje erbij

Einde verhaal? Nee. “Sinds de methaanemissiemetingen van TNO hebben we er nog een tandje bij gezet”, meldt Tacoma. “In een convenant met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat beloofden we in augustus 2019 dat we de methaanemissies bij offshore gaswinning voor 31 december 2020 met 50 procent zouden reduceren ten opzichte van de emissies in 2017. Daar moesten de olie- en gasmaatschappijen een enorme inspanning voor leveren. Maar het is gelukt.”

Meer weten over het onderzoek van TNO? Neem contact op met Ilona Velzeboer.

Laat je verder inspireren

39 resultaten, getoond 1 t/m 5

Minder lekkende boorputten op de Noordzee dan gedacht

Informatietype:
Nieuws
24 oktober 2024
TNO en NIOZ komen tot een belangrijke conclusie over de de verlaten boorputten in het Nederlandse deel van de Noordzee.

Stofzuigen snelweg als oplossing voor verminderen microplastics door autobanden?

Informatietype:
Insight
23 september 2024

Onderzoek naar gezonder wonen langs drukke wegen

Informatietype:
Insight
16 september 2024

Meetcampagne in Rijnmond brengt uitstoot scheepvaart in kaart

Informatietype:
Insight
12 september 2024

Nieuw onderzoek naar mogelijke ondergrens stikstofdepositie met AERIUS door UvA en TNO

Informatietype:
Nieuws
28 augustus 2024