Aardbevingen in Groningen: zo weten we sneller of een huis veilig is
De gaswinning in Groningen leidt tot aardbevingen. De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) beoordeelt of gebouwen hier voldoende tegen bestand zijn. Het kost echter veel tijd om alle gebouwen afzonderlijk door te rekenen. TNO ontwikkelde een methode om dit proces aanzienlijk te versnellen.
Aardbevingen in Groningen
Sinds de jaren vijftig vindt er gaswinning in de provincie Groningen plaats. Met aardbevingen als gevolg. Voor de Groningers in het aardbevingsgebied leidt dit tot grote stress en spanning. Is hun huis bestand tegen toekomstige schokken? En zijn ze veilig? Hoe groot het risico per woning is, hangt af van veel factoren en vraagt een complexe berekening. Die is tijdrovend: gemiddeld duurt het zes tot negen maanden om elk gebouw in detail te modelleren en door te rekenen. Pas daarna kan worden begonnen met het daadwerkelijk versterken van kwetsbare panden. Dit proces moet veel sneller, vinden zowel de Groningers als de politiek.
Typologiemethode
Eind 2019 is TNO gevraagd een methode te ontwikkelen om de veiligheidsrisico’s als gevolg van de gaswinning zo snel mogelijk in kaart te brengen. Projectconsultant Chris Geurts van TNO vertelt hoe ze te werk zijn gegaan. Belangrijk hierbij is de zogeheten typologiemethode. “Op basis van de seismische kenmerken van de draagconstructie van gebouwen onderscheiden we ongeveer 30 verschillende typologieën”, licht Chris toe.
“Zo heb je in Groningen panden met vooral een metselwerkconstructie, maar er komen ook stalen, betonnen en houten draagconstructies voor.” Per typologie heeft TNO samen met de TU Delft vastgesteld hoe goed de constructie in staat is een aardbeving te weerstaan. Deze informatie wordt gebruikt bij de beoordeling van individuele gebouwen. Een voorbeeld is de typologie ‘metselwerk-2’. Dat is een doorzonwoning met baksteen en grote ramen. Deze typologie komt veel voor in het aardbevingsgebied.
Een vlekkenkaart vertelt heel precies waar de typologie veilig is en waar niet
Koppelen aan locatie
Om het risico op schade vast te stellen, is ook de locatie van de woning belangrijk. Voor heel Groningen is vastgesteld hoe groot de kans op zware aardbevingen is bij een bepaalde gaswinning. Hieruit is de zogeheten seismische dreiging afgeleid. Deze dreiging is groter in het centrumgebied en neemt af naarmate je daar verder vandaan gaat.
Geurts: “Die informatie over aardbevingen in Groningen hebben we gekoppeld aan onze typologie-eigenschappen. Dit levert een zogenaamde ‘vlekkenkaart’ op: een kaart van de provincie Groningen waarbij per typologie gedetailleerd is aangegeven in welk gebied de typologie wel of niet voldoet aan de risiconorm. Bij ‘metselwerk -2’ ligt Loppersum bijvoorbeeld midden in het risicogebied, maar Delfzijl valt erbuiten. De vlekkenkaart vertelt ons heel precies waar de typologie voldoende veilig is en waar niet.”
Sneller duidelijkheid
Waar zit de tijdwinst die iedereen in Groningen zo graag wil? “Die ontstaat doordat het veel minder tijdrovend is om woningen naar typologie in te delen dan wanneer je voor elk huis apart een complexe constructieberekening moet maken”, legt Geurts uit.
“Als je een rijtje identieke woningen hebt, dan behoren ze vermoedelijk allemaal tot dezelfde typologie. De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) heeft aangegeven dat de doorlooptijd per pand met de typologieaanpak nu minder dan 3 maanden is. Bij het individueel doorrekenen van elk gebouw was dat zo’n zes tot negen maanden. Je praat daarmee over een tijdbesparing van 50 tot 70 procent. Maar wat het belangrijkste is: de bewoners in het aardbevingsgebied hebben veel sneller zekerheid of hun woning veilig is. Vervolgens kunnen hun woningen ook veel sneller versterkt worden als dat nodig mocht zijn.”
“De bewoners in het aardbevingsgebied hebben sneller zekerheid of hun woning veilig is”
Nauwe samenwerking
TNO doet dit project in opdracht van het ministerie van EZK en werkt nauw samen met onderzoekers van de TU Delft. “Zij maken de ingewikkelde constructieberekeningen”, vertelt Geurts. “TNO levert met een team van 15 tot 20 mensen onder meer kennis op het gebied van de sterkte van de constructies. Daarnaast maken we risicoanalyses. Ook hebben we veel expertise als het gaat om mijnbouw en welke impact dit op de bodembewegingen heeft. We hebben deze kennis geïmplementeerd in een zogeheten modellenketen, waarmee we de veiligheidsrisico’s berekenen.”
TNO onderhoudt daarnaast nauw contact met de NCG. De NCG stuurt de bouwkundige inspecteurs aan die bepalen onder welke typologie de woningen in het risicogebied vallen.
Versnellen in 2022
Hoe ervaren de Groningers, volgens Chris Geurts, de nieuwe typologiemethode? “Het verzoek om een snellere aanpak komt heel nadrukkelijk van de inwoners zelf,” zegt hij. “Het is dus prettig voor hen dat er schot in komt. De komende maanden is de NCG nog druk bezig met het in kaart brengen van de typologieën. Daarna kan naar verwachting snel worden gestart met het versterken van woningen. Dat zal de Groningers hopelijk meer rust en een veiliger gevoel geven. In het jaar 2022 zal blijken welke versnelling we hebben kunnen bereiken. Alle betrokken instanties zijn positief over de aanpak, dus ik verwacht dat we mooie resultaten kunnen behalen dit jaar.”