Eppo Bruins over AI in verschillende overheidsdomeinen
Michiel van der Meulen, Chief Geologist bij de Geologische Dienst Nederland, gaat in gesprek met Eppo Bruins. Bruins is kernfysicus van oorsprong en werkte jarenlang in de wereld van wetenschap, innovatie en technologie. Tussen 2015 en 2021 was hij Tweede kamerlid namens de Christenunie. Sinds kort is hij voorzitter van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie. Wat gaat AI in de komende jaren betekenen voor de verschillende overheidsdomeinen?
In gesprek met Eppo Bruins
Hoe ben je in je verschillende rollen met AI in aanraking gekomen?
‘In mijn STW-tijd kenden we wel slimme software, en data werd steeds ‘bigger’. Maar de computerpower is de afgelopen tien jaar natuurlijk enorm toegenomen. Toen ik in de Tweede Kamer kwam, was er een enorme hausse aan artikelen en berichten over kunstmatige intelligentie. De term stond echt op het netvlies in de politiek. Nu als voorzitter van de AWTI, kan ik niet om het onderwerp heen. Overal zal het een belangrijke rol gaan spelen. En kunstmatige intelligentie zal steeds zichtbaarder worden in ons dagelijks leven. Dus ja, daar moeten we ons toe verhouden.’
Tijdens je Tweede Kamer-tijd zat AI nog sterk in de beloftesfeer. Is er al het en ander aan waargemaakt?
‘Ik denk dat je langzaam de overgang ziet van slimme software naar zelflerende software en met name op het gebied van patroonherkenning en beeldherkenning is er natuurlijk heel erg veel gebeurd. Als burgers zijn wij ons er eigenlijk nauwelijks van bewust dat daar zelflerende systemen achter zitten. Ik heb wel het idee, en ook als ik de visie van TNO (pdf) lees, dat AI de komende tien jaar echt in een versnelling gaat komen. En dat er fundamenteel andere richtingen ingeslagen zullen gaan worden.’
Hoe zit het met het bewustzijn van deze technologie onder het brede publiek? Moeten we ons daar meer zorgen over maken?
‘Ik denk dat het bij iedere nieuwe vorm van technologie nodig is dat we er als samenleving over nadenken ‘willen we het eigenlijk wel?’. En wat zijn de grenzen die we eraan willen stellen? Aan welke wetten en regels moet het voldoen? Ik denk dat we ons als samenleving nu meer dan ooit ons ervan bewust zijn, bijvoorbeeld door de toeslagenaffaire, dat je rondom kunstmatige intelligentie wetten en regels moet maken. De komende 5 a 10 jaar is er versterkt bewustzijn nodig in de samenleving, als technologen ons vertellen wat er komt. Hoewel de volgende generatie hier echt anders over denkt dan wij.‘
Waarin zie je dat verschil?
‘Ik zie dat de jongste generaties een soort grenzeloos vertrouwen in de technologie hebben omdat het all-pervasive is, volledig om ons heen. Je merkt het niet meer, het zit verborgen in steeds kleinere doosjes. Het is een onzichtbaar verlengstuk van ons geworden.’
‘De ethiek van de technologie, daar moeten we met elkaar over praten.’
Zou je de jeugd dan meer moet betrekken bij gesprekken over ethiek rondom AI?
‘Over de ethiek van de technologie, zoals beschreven in de TNO visie, daar moeten we met elkaar over praten. We moeten met elkaar gaan vaststellen welke waarden we meegeven aan de technologie. Maar zit daar dan eigenlijk niet al de aanname in dat ethiek neutraal te formuleren is? Dat vraag ik mij sterk af. Is ethiek niet heel erg persoonsgebonden? Ben je dan niet eigenlijk een computer met een karakter aan het programmeren? Is ethiek überhaupt neutraal objectiveerbaar te programmeren in algoritmen en in kunstmatige intelligentie? Ik vind dat een zeer fundamentele vraag. Ik houd van pluriformiteit, iedereen mag vinden wat hij wil. Een normenstelsel, opgelegd door het gemiddelde van wat wij in onze democratie vinden, daar krijg ik koude rillingen van. Wanneer je in de politiek dit soort issues aan de orde stelt, krijg je de wind van voren. Ons land vindt het best moeilijk om ingewikkelde onderwerpen te agenderen.’
‘De vraag of AI creatief kan zijn is confronterend.’
Zie je daarin een rol voor de wetenschap in het algemeen? En voor TNO misschien in het bijzonder?
‘Jazeker. Je wil dat overheidsbeleid gebaseerd wordt op feiten. Wetenschappers en onderzoekers presenteren feiten. Die presenteren wat we weten. Politici moeten belangen en meningen afwegen. Dus politiek is vanuit de kern subjectief, maar dat wil je doen met zoveel mogelijk objectieve informatie. De good governance of evidence is een vakgebied. Want je kan feiten selectief gebruiken. Je kan net even het andere grafiekje laten zien dat wel ondersteunt wat jij zegt. Hoe je dan die belangen weegt, dat hangt af van je mensbeeld, je maatschappijbeeld.’
‘Dat AI onze creativiteit zou kunnen vergroten. En dat AI zou kunnen leren redeneren. Dat is voor mij ‘mind boggling.'
‘De vraag of AI creatief kan zijn is confronterend. Want we beschouwen creativiteit nu als exclusief domein van de mens. Het is wat ons tot mens maakt. Toen ik de visie las, waren er twee plekken waar ik echt bleef stilstaan in de tekst. Dat AI onze creativiteit zou kunnen vergroten. En dat AI zou kunnen leren redeneren. Dat is voor mij ‘mind boggling’. Ik kan me daar nog nauwelijks iets bij voorstellen, want je redeneert zelf binnen je eigen waarden- en normenstelsel. Programmeer je dan eigenlijk een persoon met een karakter? Met een zeker geheugen of met krassen op z'n ziel? Dat voelt als sciencefiction.’
‘Ik vind het geweldig om te zien dat TNO, ook al zijn de voorbeelden soms voorspelbaar, zoals autonoom rijden, hier nu al over nadenkt. En ook getuige van het feit dat TNO zich bewust is van zijn verantwoordelijkheid. Dat een organisatie die technologie ontwikkelt ook de verantwoordelijkheid heeft om na te denken over de repercussies. Dat kan alleen maar door een dialoog verder gebracht worden. Onze kinderen en onze kleinkinderen moeten in ieder geval gezien hebben dat wij ons uiterste best hebben gedaan om deze discussie te voeren.’
Download visiepaper
Download visiepaper ‘Towards Digital Life: een toekomstvisie op AI anno 2032’
Meer over 'Towards Digital Life: Een toekomstvisie op AI anno 2032'
- David Deutsch over de ontwikkeling en toepassing van AI
- Georgette Fijneman over de belofte van AI voor zorgverzekeraars
- Rob de Wijk over de opkomst van AI in geopolitieke context
- Bram Schot over de invloed van AI op mobiliteit
- Bas Haring over AI, wetenschap en filosofie
- Arnon Grunberg over AI, creativiteit en moreel handelen