Schoner bouwen dankzij slimme bouwlogistiek en accurate emissiemetingen

Thema:
Duurzame logistiek
6 juni 2023

De bouwsector staat voor een forse bouwopgave en moet tegelijkertijd ook flink verduurzamen. Met betrouwbare emissiecijfers over de bouwplaats en inzichten in slimme bouwlogistieke maatregelen kan de sector vandaag al flinke stappen zetten. Beide onderwerpen zijn onderdeel van het Afsprakenkader: een strategische samenwerking waarmee IenW, Rijkswaterstaat en TNO de uitwisseling van kennis willen stimuleren op het gebied van circulariteit en milieu, slimme en duurzame mobiliteit, infrastructuur en maritiem-offshore.

Met een kleine miljoen nieuwe woningen die er in ons land voor 2030 moeten komen, moet de bouwsector alle zeilen bijzetten. Om al die woningen te bouwen, zijn veel zware voer- en werktuigen nodig, die vaak nog helemaal niet zo schoon zijn als we zouden willen. De routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) heeft als ambitie om in 2030 60% stikstofreductie, 75% gezondheidswinst en 0,4 mton CO2-reductie te realiseren in de bouw. En in 2050 mag bouwmaterieel helemaal geen CO2 meer uitstoten. Wachten tot de technologie duurzamer wordt en al het materieel in ons land vervangen is door zero-emission werk- en voertuigen, is geen optie. De innovaties in deze sector verlopen relatief langzaam en gemiddeld gaat een machine 15 jaar mee. In het beste geval wordt jaarlijks dus 7% van het materieel vervangen door schoon materieel, maar dat lijkt een weinig realistisch scenario.

Daarom werken TNO, IenW en Rijkswaterstaat binnen het Afsprakenkader samen aan oplossingen die wel op korte termijn kunnen bijdragen aan een schonere bouw.

Norbert Ligterink

"Je weet niet wat je niet meet. Bedrijven, overheden en kennisinstellingen hebben behoefte aan betrouwbare instrumenten en methodieken die inzicht geven in de daadwerkelijk stikstofuitstoot in onze bouw."

Norbert Ligterink

Senior Research Scientist vehicle emissions, TNO

Meten is weten

Een van de projecten binnen het Afsprakenkader is het meten en monitoren van praktijkemissies op de bouwplaats. Norbert Ligterink, Senior Research Scientist vehicle emissions bij TNO: “Je weet niet wat je niet meet. Bedrijven, overheden en kennisinstellingen in Nederland hebben behoefte aan betrouwbare instrumenten en methodieken die inzicht geven in de daadwerkelijk stikstofuitstoot in onze bouw.” In de automotive sector heeft TNO de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met emissiemetingen in de praktijk. Al in 2011 drong Ligterink er bij de autoriteiten op aan om emissies van voertuigen op de weg te meten in plaats van in een geoptimaliseerde labomgeving. “We zagen een flinke kloof tussen lab- en praktijkmetingen. We hebben toen zelf apparatuur ontwikkeld die compact en licht genoeg is om in voertuigen te gebruiken. Door een vloot voertuigen langere tijd met deze TNO SEMS-instrumenten te laten rijden, kregen we een goed beeld van de werkelijke NOx-uitstoot, gerelateerd aan het echte gebruik van de auto.”

Geen leuke boodschap, wel een eerlijke

Deze ervaringen heeft TNO vervolgens in 2016 ook ingezet voor bouwmachines, waarbij de SEMS-meetapparatuur is doorontwikkeld tot de BOEM Kit, waarbij BOEM staat voor ‘Bouw Emissie Meet Oplossing’.

“Doordat het wegverkeer snel schoner wordt, neemt het aandeel van bouwmachines in de totale uitstoot de laatste jaren sterk toe”, legt Ligterink uit. “Bovendien merkten we al snel dat ook in de bouw de praktijkemissies substantieel hoger liggen dan vooraf ingeschat werd op basis van de wettelijke eisen, want ook die waren gebaseerd op labtests.” Om een betrouwbaar beeld te krijgen van de totale emissies van al het materieel op Nederlandse bouwplaatsen, startte TNO met een grootschalige inventarisatie. “Inmiddels hebben we een grote update doorgevoerd, waarbij we bijvoorbeeld ook alle stroomaggregaten, heimachines, en lichtmasten hebben meegerekend. We weten nu veel beter hoeveel bouwmachines er zijn, hoe oud ze zijn en hoeveel ze draaien. De totale NOx-emissie is hierdoor bijna verdubbeld. Geen leuke boodschap voor de bouw, maar wel een eerlijke.”

Relatief eenvoudige oplossingen

Twee van de opvallendste onderzoeksresultaten wijzen volgens Ligterink ook gelijk in de richting van mogelijke oplossingen voor de korte termijn. “We zien dat machines veel uitstoot hebben als ze met minder dan 20% motorlast draaien. Dus dat moet je zien te voorkomen. Maar dat geldt alleen voor grote machines, die zijn relatief schoon. Als je wilt verduurzamen op de bouwplaats, moet je juist naar het kleinere materieel kijken, zoals pompen en aggregaten. In absolute termen, dus in grammen uitstoot per dag, zijn de emissies van dat soort machines hoger dan van, zeg, een hijskraan of graafmachine. De verschoningsopgave van bouwplaatsen is dus eenvoudiger dan we denken. Het is relatief makkelijk om bijvoorbeeld pompen en ander klein materieel te elektrificeren, of om een stroomvoorziening aan te leggen in plaats van een aggregaat te gebruiken.”

Handhaving is een uitdaging

De waarde van dit onderzoek voor het Afsprakenkader is voor Ligterink helder: “Wij zien het als onze maatschappelijke taak om iedereen in Nederland te voorzien van accurate, actuele emissiecijfers over de bouw, zodat we niet voor verrassingen komen te staan, zoals destijds met dieselgate. Iedereen kan met deze getallen werken. Door structureel en volgens dezelfde methodes te meten, zorgen we voor consistentie in rapportages en houden we een vinger aan de pols.” Belangrijk punt van aandacht is volgens Ligterink wel de handhaving. “Een vergunning wordt altijd vooraf toegekend, maar wie controleert in de praktijk of die schone machines daadwerkelijk worden gebruikt? Daar proberen we samen met IenW in op te trekken. Hoe zorgen we dat milieueisen voor alle partijen gelden, hoe creëren we een gelijk speelveld? Voor voertuigveiligheid hebben we in Nederland een prachtig samenspel van markttoezicht, certificeringstoezicht, en handhaving. Het zou prachtig zijn als we dat ook op het gebied van milieu voor elkaar krijgen. Onze rol moet uiteindelijk overbodig worden.”

TNO I&W RWS Netwerkfestival
Meten met de BOEM Kit: ‘Bouw Emissie Meet Oplossing’

Bespaarpotentieel in de bouwlogistiek

Een tweede grote emissiebron voor deze sector, met bovendien een flink bespaarpotentieel op de korte termijn, is de bouwlogistiek. De milieu-impact van de bouwlogistiek is minstens zo groot als die van alle middelen op de bouwplaats zelf. Maar liefst een kwart van alle stikstofemissies van het totale wegtransport wordt veroorzaakt door voertuigen die materialen en mensen naar bouwplaatsen vervoeren. Inzichten die ook mede tot stand zijn gekomen dankzij de praktijkemissiemetingen van TNO.

Met praktijkgericht onderzoek heeft TNO in de afgelopen jaren aangetoond dat er diverse maatregelen zijn om de milieu-impact van de bouwlogistiek fors te reduceren. Een van de waardevolle bespaarmaatregelen is het werken met een bouwhub.

Succes met bouwhubs

Vanuit bouwhubs aan de rand van de stad worden alle bouwlogistieke stromen gecoördineerd en gemonitord. “Bij het bouwproject De Trip in Utrecht hebben we samen met onder andere Bouwend Nederland voor het eerst overtuigend laten zien wat de bespaarpotentie is van dit soort hubs”, vertelt Siem van Merriënboer, Logistics consultant at TNO Mobility and Logistics. “De besparingen in het aantal ritten in de binnenstad, de tijdsduur op de bouwplaats, en de bijbehorende emissies, bleken aanzienlijk.”

De bouwhubs wierpen ook in andere projecten hun vruchten af, waarna samen met beleidsmakers is gekeken naar toepassing op grotere schaal. Op stads- of zelfs provincieniveau, met grotere hubs. Specifiek voor Amsterdam is onderzocht  of hubs in combinatie met bouwtransport over water een schoner en minder belastend alternatief kunnen zijn om kwetsbare kades en bruggen in de hoofdstad te ontzien. Van Merriënboer “Met al deze projecten hebben we aangetoond wat de duurzame bijdrage van dit soort slimme bouwlogistieke maatregelen kan zijn, en welke het meest effectief zijn.”

Bouwlogistiek@Work

De bewijslast van onderzoek alleen is niet voldoende om een hele keten in beweging te krijgen. Daar is brede bewustwording voor nodig. Een van de middelen die TNO samen met partners IenW en Rijkswaterstaat binnen het Afsprakenkader inzet is de serious game Bouwlogistiek@Work. “Met deze game willen we aannemers, opdrachtgevers, vervoerders, verladers, iedereen binnen de keten stimuleren om met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijkheden die er zijn om de bouwlogistiek te verduurzamen”, legt Van Merriënboer uit. “Hoe is het om in de rol te kruipen van uitvoerder op een bouwplaats en daar verantwoordelijk te zijn voor het bouwproces? Het spel bestaat uit twee rondes. De eerste ronde laat zien hoe het nu gaat, en in de tweede heb je de mogelijkheid om te investeren in een aantal bouwlogistieke maatregelen. Deelnemers ervaren dan zelf dat het logistieke proces soepeler verloopt als ze investeren in een betere ketensamenwerking, of in een bouwhub.”

De serious game is bedoeld voor alle partijen in de keten, maar ook voor onderwijsinstellingen, om toekomstige werknemers in deze sector alvast bekend te laten worden met duurzame bouwlogistiek.

Siem van Merriënboer

"Het is belangrijk dat we in de bouw niet alleen aandacht hebben voor de technologietransitie, maar ook voor een procestransitie."

Siem van Merriënboer

Logistics consultant, TNO

Gedragsverandering nodig

“Het is belangrijk dat we in de bouw niet alleen aandacht hebben voor de technologietransitie, maar ook voor een procestransitie”, merkt Siem van Merriënboer op. “Het valt samen met een aantal innovatietrends in de bouw, zoals industrieel bouwen en prefab-bouw, waarbij logistiek ook belangrijk is.

Van Merriënboer vindt dat er meer aandacht nodig is voor een duurzame gedragsverandering en cultuur binnen de bouwsector. “Deze serious game draagt daar sterk aan bij. Dat merken we ook in de samenwerking met IenW en Rijkswaterstaat binnen het Afsprakenkader. Naar aanleiding van de game raken we samen met hen in gesprek over dit onderwerp en dan ontdek je wat er allemaal mogelijk is. Er valt nog veel te winnen, en daarin hebben we met alle betrokken partijen samen een verantwoordelijkheid in te nemen.”

Laat je verder inspireren

4 resultaten, getoond 1 t/m 4

5 mythes over de thuislevereconomie

Informatietype:
Insight
18 oktober 2022
Jaarlijks plaatst een Nederlander gemiddeld 40 bestellingen online. In de politiek en media wordt regelmatig negatief gesproken over de impact van de thuislevereconomie.

TNO aan basis ’s werelds eerste full scale pilot end-to-end CO2 afvang aan boord

Informatietype:
Nieuws
5 oktober 2022

Expertisegroep Duurzaam transport en logistiek

Informatietype:
Artikel

Innovaties voor duurzame logistiek

Informatietype:
Artikel