Decarbonisatie opties voor de Nederlandse maakindustrie
Er zijn mogelijkheden binnen de Nederlandse maakindustrie om het energieverbruik verder te verminderen. TNO heeft een inventarisatie gemaakt op basis van literatuuronderzoek en vraaggesprekken met vertegenwoordigers van de industrie. Er is veel te bereiken door bestaande productieprocessen efficiënter in te richten en het toepassen van innovatieve technieken, maar de grootste klappers zijn te maken bij vervangingsinvesteringen door grote bedrijven. Ook biedt het een bron aan ideeën voor de energietransitie en emissiereducties.
Tientallen studies
Dat blijkt uit het rapport ‘Energy efficiency options in the Dutch manufacturing industry’. Het onderzoek door TNO maakt deel uit van het MIDDEN-project (Manufacturing Industry Decarbonisation Data Exchange Network), een initiatief van het Planbureau voor de Leefomgeving en TNO.
Het doel van MIDDEN is industrie, beleidsmakers, analisten en de energiesector te ondersteunen bij hun gezamenlijke inspanningen vergaand te decarboniseren. Het beschikt over een unieke database, een kennisbank voor de transitie van de industrie met een schat aan informatie over alle industriële clusters en processen in ons land. Inmiddels zijn er tientallen studies verschenen over opties voor decarbonisatie in uiteenlopende bedrijfstakken.
MIDDEN-database
In de database die door TNO en PBL is ontwikkeld staat informatie over materialen- en energiegebruik. Dankzij samenwerking met brancheorganisaties en bedrijven zijn de daadwerkelijke cijfers te vinden die regelmatig worden geüpdatet.
Bedrijven in de maakindustrie, brancheorganisaties, energiedeskundigen en -modelleurs, beleidsmakers, de academische wereld, maar bijvoorbeeld ook banken kunnen hiermee de huidige situatie analyseren.
Bekijk de database
Deze versie van het document (pdf) hoort bij de laatste versie van de MIDDEN-database die in november 2021 is gepubliceerd.
Productieprocessen efficiënter inrichten
De hele industrie, van chemie tot staal en papier, is heel actief plannen aan het maken om over te schakelen van fossiel naar duurzaam. Dat gaat in stappen, waarbij de ene sector nu eenmaal meer mogelijkheden kent dan de ander en dus het tempo van verduurzaming tussen en zelfs binnen bedrijfstakken verschilt.
Wat wij hebben gedaan is voor de verschillende sectoren in de industrie een inventarisatie maken van concrete mogelijkheden om productieprocessen efficiënter in te richten. We hebben ons puur gericht op de technologische mogelijkheden omdat inschatten wat ook praktisch en economisch haalbaar is de complexiteit van de studie enorm vergroot.
Veelomvattende maatregelen
Omdat de industrie heel divers is in omvang, werkwijze en processen is er geen overkoepelende oplossing. Zelfs binnen dezelfde bedrijfstak kan een optie om energiebesparing te bereiken in de ene onderneming veel meer of minder effect sorteren. Wel geeft het rapport een opsomming van enkele veelomvattende maatregelen waarmee bedrijven in elke sector aan de slag zouden kunnen, zoals gebruik van afvalwarmte, warmtepompen, mechanische damprecompressie, isolatie, elektromotoren en elektrisch aangedreven systemen.
Vervanging verouderde installaties
In de inmiddels verschenen MIDDEN-rapporten zijn al veel maatregelen voor energie-efficiëntie uitgewerkt, zowel generiek als sectorspecifiek. Bij energie-intensieve bedrijven zoals chemie, raffinage, kunstmest en staalproductie, zijn procesoptimalisatie en energiebesparing dagelijkse praktijk.
Maar wat echt zoden aan de dijk zet is het vervangen van verouderde complexen en installaties door energiezuinige. Bij het overschakelen op processen met hernieuwbare energie, zoals elektrisch kraken, ontstaan er ook gelegenheden om de energiebalans weer te evalueren en processen efficiënter in te richten.
Nieuwe inzichten
Bij elektrificatie heb je het doorgaans over maatregelen om CO2-uitstoot terug te dringen. Daar ligt al jaren, en terecht, de nadruk op. Maar sommige projecten om CO2 te reduceren leiden juist tot meer energiegebruik. Denk aan CO2-afvang en opslag, elektrolyse en materiaalrecycling. Het gaat er dan ook steeds om een juiste balans te vinden tussen energiebesparing en CO2-reductie. In het rapport geven nieuwe inzichten waar beleidsmakers, consultants en natuurlijk bedrijven hun voordeel mee kunnen doen.