Hoe innovatie en samenwerking de luchtkwaliteit in Eindhoven verbeteren
Schone lucht is een maatschappelijke verantwoordelijkheid die alleen met samenwerking effectief valt te verbeteren. Daarom ontwikkelde Gemeente Eindhoven samen met onder andere TNO het fijnmazige Innovatief Luchtmeetnet (ILM). Beleidsmakers, burgers en kennisinstellingen slaan de handen ineen voor een unieke aanpak die tot effectieve maatregelen leiden en de gezondheid in de regio verbeteren. Wat is er inmiddels bereikt?
“Luchtkwaliteit gaat ons allemaal aan, maar niemand voelt zich er verantwoordelijk voor.” Henri van der Velden, Adviseur gezonde verstedelijking bij Gemeente Eindhoven, weet uit ervaring dat het aanpakken van luchtverontreiniging een complexe uitdaging is. Hij toont een satellietkaartje van West-Europa uit 2004 waarop Zuid-Nederland, België en het Ruhrgebied donkerrood zijn gekleurd door de hoge concentraties stikstofdioxide.
“Dit kaartje heeft voor veel opwinding en onrust gezorgd bij politiek en burgers. Het laat vooral goed zien dat luchtvervuiling zich niets aantrekt van landsgrenzen of gemeentegrenzen. Dat betekent niet dat je er niks aan kunt doen. Daarvoor moet je begrijpen dat luchtvervuiling uit meerdere lagen bestaat. Naast de hogere, landelijke en regionale lagen, heb je lokaal pieken: langs drukke wegen, bij industrie of luchthavens. Die pieken, daar hebben we invloed op, die kunnen we met maatregelen afvlakken.”
Samenwerken met burgers
De Brainport regio heeft op het gebied van luchtkwaliteit een bovengemiddeld grote en complexe uitdaging, schetst Van der Velden. “We hebben te maken met snelle groei en een verdichtingsopgave van de stad. Om Eindhoven lopen belangrijke rijkswegen, er is veel economische bedrijvigheid met industrie, in het buitengebied vinden we veel veehouderijen die stikstof uitstoten, en we hebben een grote regionale luchthaven.”
Een positief gevolg van het inmiddels beruchte satellietkaartje is de oprichting van AiREAS, een burgerinitiatief dat samenwerking bevordert tussen burgers en overheid voor een gezonde leefomgeving. Het was voor Gemeente Eindhoven aanleiding om een consortium op te richten met onder andere AiREAS, Provincie Noord-Brabant, GGD, RIVM en TNO. “Ons doel was drieledig: inzicht krijgen in de lokale luchtkwaliteit, de samenwerking bevorderen tussen beleidsmaker, burgers en wetenschap, om uiteindelijk tot breed-gedragen maatregelen te komen.”
“Ons regionale Luchtmeetnet stelt ons in staat om onze eigen reductieopgave te bepalen, waardoor beleid veel beter is uit te leggen”
Drie meetlagen
Voor die wetenschappelijke aanpak zocht de gemeente samenwerking met TNO. “Als innovatieve regio willen we uiteraard vooroplopen, dat zijn we aan onze stad verplicht. TNO heeft de kennis en ervaring om een regionaal meetnet te kunnen bouwen en vanuit de kennislijnen met deze regio was er al een link. Bovendien heeft TNO een unieke positie, dankzij haar onafhankelijke wetenschappelijke rol en uitgebreide ervaring in het samenwerken met overheden.”
Het ‘Innovatief Luchtmeetnet’ bestaat uit drie niveaus, legt Van der Velden uit. “De basis bestaat uit drie landelijke meetunits van RIVM, aangevuld met 50 meetunits van TNO die ‘realtime’ stikstofdioxide en fijnstof meten. Ze staan op diverse plekken in de stad, maar ook in het buitengebied bij veehouderijen en rond de luchthaven om pieken in kaart te brengen. Als derde meetlaag hebben we metingen van bewoners toegevoegd. Die resultaten zijn vaak minder betrouwbaar, maar we kunnen ze met onze professionele meetkasten valideren. Die cijfermatige onderbouwing en betrokkenheid van burgers helpen ons enorm om draagvlak te krijgen, zodat we de energie in dezelfde richting kunnen sturen om samen stappen te zetten.”
Het luchtmeetnet bestaat uit 3 niveaus. Meetlaag 1: Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), verzorgd door RIVM met drie referentie stations in de regio. Meetlaag 2: Innovatief Lucht Meetnet 2.0 (IML), verzorgd door TNO, circa 50 meetpunten voor een fijnmazig beeld. Meetlaag 3: Metingen door bewoners.
Geloofwaardig beleid
Het Luchtmeetnet wordt continu verbeterd en uitgebreid. Zo geeft de 2.0 versie een goed en gedifferentieerd beeld van de luchtkwaliteit in heel Zuidoost-Brabant, inclusief de 21 deelnemende gemeentes. Ook wordt er binnen Eindhoven Engine, samen met Zicht op Data en Fontys, onderzocht hoe blootstelling aan fijnstof inzichtelijk kan worden gemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden met de bewegingen van inwoners en drukte op bepaalde plekken in de stad, zodat ook nauwkeuriger de gezondheidsimpact kan worden bepaald.
De gedetailleerde resultaten van het Luchtmeetnet geven een goede beleidsmatige onderbouwing van het Schone Lucht Akkoord. In dit landelijke akkoord streven Rijk, provincies en een groot aantal gemeenten samen naar een gezondheidswinst van minimaal 50 procent in 2030 ten opzichte van 2016. Van der Velden: “Ons regionale Luchtmeetnet stelt ons in staat om onze eigen reductieopgave te bepalen, waardoor beleid veel beter is uit te leggen. Je kunt je verantwoordelijkheid beter nemen en je bent geloofwaardiger naar alle doelgroepen toe.”
Via geanonimiseerde mobiele gegevens houden we bij hoeveel mensen zich op verschillende plekken in Eindhoven ophouden gedurende de dag. Samen met de bronbepaling geeft dit inzicht in waar en wanneer mensen worden blootgesteld aan slechte lucht. In bovenstaande grafiek zie je hoe men zich beweegt op 4 verschillende plekken in Eindhoven (centrum, werkomgeving, vliegveld & woonwijk). Zo zien we bijv. een piek op de vrijdag en zaterdagavond in het centrum. Tevens zie je dat woon en werkomgeving elkaar afwisselen. (bron: Zicht op Data)
Concrete beleidsmaatregelen
Inmiddels heeft het meetnet tot concrete beleidsmaatregelen geleid vertelt Henri van der Velden. “We ontdekten al vrij snel dat het verkeer een van de grootste vervuilingsbronnen is in de stad. Vervolgens hebben we gekeken naar gerichte verkeersmaatregelen. Dat heeft onder meer geleid tot een herinrichting van de centrale verbindingsweg door het centrum, aangevuld met extra doorstromingsmaatregelen en meer ruimte voor openbaar en duurzaam vervoer.”
Ook de uitstoot rond de luchthaven werd aangepakt. “Door de ov-verbindingen en ontsluiting richting rondweg te verbeteren, is niet alleen de mobiliteitsgerelateerde luchtkwaliteit verbeterd, maar ook de bereikbaarheid.”
Om de pieken in de industrie af te vlakken wordt er door de gemeente strenger vergund op basis van best beschikbare technieken (BBT). “Daarbij gebruiken we het meetnet om de bijdrage vanuit industriële bronnen inzichtelijk te maken en de uitstoot te verminderen. Die opgave sluit aan bij het Schone Lucht Akkoord, waarin bepaald wordt dat per doelgroep een inspanning wordt verricht om richting WHO-advieswaardes te komen.”
Luchtkwaliteit voorspellen
Die bron-specifieke aanpak zal de komende tijd verder worden uitgebreid, legt Van der Velden uit. “We hebben het Luchtmeetnet al gebruikt als onderbouwing van het vuurwerkverbod. Nu kijken we bijvoorbeeld samen met inwoners naar houtstook. Hoe groot is die daadwerkelijke impact en wat kun je eraan doen? Ook kijken we kritisch naar de luchtkwaliteit in kwetsbare gebieden, bijvoorbeeld rond scholen. We hebben gemeten bij calamiteiten, zoals grote branden. Daar kun je geen maatregelen op treffen, maar het geeft wel inzicht in de gevolgen.”
Uiteindelijk wil Van der Velden het Luchtmeetnet ook dynamischer kunnen inzetten door luchtkwaliteit voorspelbaar te maken. “Net als bij de weersverwachting kun je inwoners adviseren om hun gedrag aan te passen. Gebruik het ov om naar je werk te gaan.”
Het er volgens Van der Velden uiteindelijk om dat we een goed onderbouwde maatschappelijke discussie kunnen voeren over maatregelen die effectief bijdragen aan onze gezondheid. “En”, benadrukt hij: “dat we met z’n allen een gedeelde verantwoordelijkheid gaan voelen voor gezonde lucht. Dat bewustzijn hoop ik bij burgers sterker te maken met ons Luchtmeetnet.”
Wil jij ook de luchtkwaliteit in jouw regio te verbeteren? Bij TNO helpen we je graag verder. Neem contact met ons op voor een vrijblijvend eerste advies.