Samen met burgers houtrook in kaart brengen voor gerichte beleidsmaatregelen
TNO ontwikkelt een meetmethode waarbij houtrook op wijkniveau in kaart wordt gebracht en een koppeling naar gezondheid gemaakt wordt. Daar is behoefte aan omdat houtrook mogelijk een negatieve invloed heeft op de gezondheid. Gemeenten zijn op zoek naar handvatten voor gericht beleid rondom houtstook. In een meetpilot met de omgevingsdienst IJmond en Hollandse Luchten werken we samen met burgers aan het in kaart brengen van houtrook op wijkniveau. In een gesprek met luchtkwaliteit-expert Paula Bronsveld en Imme Ruarus, Lead Smart Citizens bij Waag Futurelab, bespreken we de pilot.
Meetdata essentieel voor meten gezondheidsrisico's houtrook
De hoge energieprijzen hebben de afgelopen jaren geleid tot een forse toename van houtstook. De daarbij vrijkomende houtrook bevat schadelijke stoffen – zoals fijnstof, koolmonoxide (CO), vluchtige organische stoffen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs) en roet – die gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Met name mensen met luchtwegaandoeningen of hart- en vaatziekten, maar ook ouderen en kinderen, zijn gevoelig voor gezondheidsproblemen door de rook.
Zo is bekend is dat op houtstookdagen mensen met klachten kortademiger zijn en dat hun medicijngebruik hoger is dan op andere dagen. Het bepalen van individuele gezondheidsschade als gevolg van houtrookblootstelling is echter lastig.
“Het is niet duidelijk welke omstandigheden en blootstellingsfrequentie aan houtrook schade toebrengt. Voor fijnstof is wel een gezondheid gerelateerde normwaarde (WHO-norm). Daarom doen we als TNO-onderzoek naar wat de bijdrage van houtstook is aan de fijnstofconcentratie”, vertelt Paula Bronsveld, programmamanager Klimaat en Luchtkwaliteit van TNO.
Meten op wijkniveau
Bij TNO hebben we jarenlange ervaring met metingen van houtrook. Onze instrumenten kunnen veel stoffen in houtrook nauwkeurig meten. Toch blijft het lastig om de directe blootstelling van een individu of de exacte uitstoot van een stoker te bepalen.
Elke stooksituatie is namelijk anders. Dit maakt het lastig om verschillende situaties op een vergelijkbare manier te bemeten, en de gemeten waarde te kunnen toetsen aan een norm. Bij overlast zijn bovendien vaak meerdere stookbronnen aan te wijzen als veroorzaker, waardoor een eventuele overschrijding niet goed toe te kennen is aan één van de verdachte bronnen.
Bij een eerdere meetcampagne in 2020-2021 zagen we wel een duidelijke correlatie tussen klachten van bewoners en metingen op wijkniveau. Door de bijdrage van houtrook aan de luchtvervuiling op wijkniveau beter te meten en te modelleren, kunnen gemeenten onderscheid maken tussen wijken waar meer of minder aandacht nodig is voor houtstook.
“Daar sluiten deze metingen perfect op aan. Het unieke aan deze pilot, die we uitvoeren met Omgevingsdienst IJmond en Hollandse Luchten, is dat we op wijkniveau houtrook in detail in beeld brengen en de koppeling naar gezondheid maken”, stelt Bronsveld.
Roet als indicator houtstook
We testen in deze pilot of we roet kunnen gebruiken als indicatorstof voor houtrook en of we de koppeling tussen roet en fijnstof kunnen maken. Hiervoor worden op een centraal punt in de gemeente Heemskerk zeer nauwkeurige metingen van roet, fijnstof en een aantal andere stoffen uitgevoerd.
Daarnaast meten bewoners met een combinatie van roet- en fijnstofsensoren op verschillende plekken in de omgeving, om wat te kunnen zeggen over de verspreiding van houtrook. Als dat lukt, om de koppelingen tussen roet en houtstook en tussen roet en fijnstof goed te maken, dan kunnen we iets zeggen over de verspreiding en de schadelijkheid van houtstook in een gemeente”, legt Bronsveld uit.
Waardevolle samenwerking met burgers
Bronsveld: “De samenwerking met Omgevingsdienst IJmond en Hollandse Luchten verloopt zeer goed. Omgevingsdienst IJmond heeft een belangrijke rol gespeeld in het opzetten van de pilot en Hollandse Luchten zorgt met name voor het contact met de burgers. Het is heel interessant om op deze manier samen te werken met burgers, het levert ons veel op.”
Hollandse Luchten is een project van Waag Futurelab dat in 2018 is gestart door de provincie Noord-Holland en zicht richt op burgerwetenschap en het meten van de leefomgeving met sensortechnologie.
“Ons doel is om inwoners een platform te geven om het gesprek aan te gaan met elkaar, kennisinstituten, gemeenten en overheid om de leefomgeving te verbeteren”, zegt Imme Ruarus, Lead Smart Citizens Lab bij Waag. Deze houtstookpilot past perfect bij Hollandse Luchten, want ook hier worden wetenschap, maatschappij en overheid bij elkaar gebracht.
Zo hebben bewoners, samen met experts van TNO en de Omgevingsdienst, in kaart gebracht welke vragen zij hebben over houtstook in hun omgeving en de locaties voor de sensoren gekozen.
Onderzoek naar de samenleving brengen en met elkaar in gesprek gaan is voor zowel wetenschappers als bewoners interessant. De interactie met bewoners geeft wetenschappers meer inzicht in het probleem en de lokale context. Voor bewoners is het waardevol om hun kennis over houtstook te vergroten technologie te begrijpen en daarmee hun informatiepositie te versterken.
“Wij zijn benieuwd naar de meetresultaten en data-analyse. Met dit soort data en de mogelijkheid hierover in gesprek te gaan met wetenschappers en de overheid krijgen bewoners grip op hun leefomgeving”, aldus Ruarus.
Uitrollen van de meetmethode
Begin januari 2024 zijn drie roetsensorkastjes op het centrale meetpunt in Heemskerk geplaatst en op 30 januari is het eerste sensorkastje bij een van de burgers geplaatst. Op korte termijn volgen er meer kastjes in Heemskerk, maar ook in Velsen, Wijk aan Zee en Beverwijk. De verwachting is dat de data-analyse voor de zomer gereed is en TNO na de zomer de resultaten kan delen.
Als kan worden aangetoond dat de roetmetingen te koppelen zijn aan de fijnstofmetingen dan zou het interessant zijn om deze type metingen in meer gemeenten uit te rollen. Werkt de methode bijvoorbeeld ook goed in grote steden, met meer fijnstofuitstoot vanuit het verkeer? Uiteindelijk kunnen deze houtstookmetingen gemeenten handvatten bieden voor het opzetten van beleid en handhaving omtrent houtstook.
“Wellicht kunnen we in de toekomst op onze interactieve fijnstofkaart van Nederland – waarop per gemeente te zien is hoeveel dagen per jaar de WHO-norm voor fijnstof is overschreden – laten zien welk gedeelte van fijnstof veroorzaakt wordt door houtstook”, besluit Bronsveld.
Doe jij met ons mee?
Wij willen graag meer meetpunten inrichten om beter beeld te krijgen. Ben jij als gemeente, omgevingsdienst of burgernetwerk geïnteresseerd in het meten van houtrook? Neem dan contact met ons op.