Nauwe samenwerking en al doende leren is de weg voorwaarts in Connected Automated Transport
Connected Automated Transport (CAT) belooft een veiligere, schonere, efficiëntere en betrouwbare logistiek. Een recent netwerkevenement over geautomatiseerde logistiek, georganiseerd door Connekt en TNO, benadrukte de groeiende vraag naar samenwerking, testen op de weg en een aanpak van leren door te doen in logistieke operaties om deze ontwikkeling vooruit te helpen.
De wereldwijde logistiek staat de komende jaren voor grote uitdagingen. Toenemende vrachtvolumes en een tekort aan vrachtwagenchauffeurs maken het moeilijker om aan de vraag te voldoen. Strenge emissievoorschriften vereisen investeringen in schonere technologie, terwijl toenemende congestie en internationale crises de betrouwbaarheid van de logistiek bedreigen.
Connected Automated Transport (CAT) biedt aanzienlijke maatschappelijke en economische voordelen door logistiek veiliger, duurzamer, efficiënter, betrouwbaarder en mogelijk ook winstgevender te maken. Connekt, een onafhankelijk netwerk voor slimme mobiliteit en duurzame logistiek, organiseerde in samenwerking met TNO een netwerkevenement over CAT.
‘Het is een marathon, geen sprint’
Het evenement werd afgetrapt door Jaco van Meijeren, Senior Business Consultant Logistics, met een presentatie over de uitdagingen en kansen van CAT in Nederland. “Bij TNO zijn we ons al geruime tijd betrokken bij Connected Automated Transport en hebben we waardevolle inzichten opgedaan met projecten zoals het Catalyst living lab. Een belangrijke les is dat, hoewel stakeholders snel vooruitgang willen boeken, dit realistisch gezien langzaam zal gaan. De weg naar CAT is een marathon, geen sprint. Projecten mislukken vaak door te complexe Operational Design Domains (ODD's) te kiezen. TNO onderscheidt vier stappen met toenemende complexiteit, van logistiek op privéterrein, tot regionaal transport en langeafstandstransport over de openbare weg. Wij adviseren te beginnen met bescheiden ODD's.”
Een andere potentiële valkuil voor CAT is een focus op alleen voertuigtechnologie. “Hoewel technologie veilig en betrouwbaar moet zijn, hebben logistieke bedrijven veel vragen over andere cruciale aspecten van CAT. Hoe ziet de digitale infrastructuur eruit? Hoe integreren we geautomatiseerde voertuigen in onze logistieke processen? Wie levert en bedient de control tower? Wat zijn de risico's en verantwoordelijkheden in geval van ongelukken? Vaak hebben we deze antwoorden niet, waardoor logistieke partners wachten op oplossingen en OEM's geen marktprikkels krijgen. Om deze lock-in te doorbreken, moeten we geïntegreerde oplossingen onderzoeken en alle vragen van belanghebbenden beantwoorden over de essentiële bouwstenen van CAT-systemen.”
Behoefte aan grootschalige geïntegreerde showcase
Om deze vragen te kunnen beantwoorden, werkt TNO aan drie CAT-projecten. MAGPIE is een Europees Green Deal-project in samenwerking met DAF om autonome trucktechnologie van niveau 4 te ontwikkelen, waarvoor dit najaar een demonstratie staat gepland. Het Europese MODI-project richt zich op het implementatieproces van L4-trucks in logistieke operaties, waarbij een aantal cruciale bouwstenen worden geadresseerd. Het nieuwe CAT4Yards-project onderzoekt de inzet van CAT's in drie verschillende gebruikssituaties in Nederland, waaronder de inzet op korte afstanden tussen terminals op de openbare weg.
Jaco van Meijeren: “MAGPIE en MODI zijn kleinschalige, maar belangrijke demo's. We moeten toewerken naar steeds complexere demo's, ingebed in de logistieke keten. Idealiter hebben we een grootschalige showcase om alle bouwstenen integraal te testen over een langere periode. Maar zover zijn we nog niet. Om te voorkomen dat we achterop raken in de wereldwijde logistiek en Nederland economische kansen mist, moeten we stappen zetten in het toelatings- en typegoedkeuringsproces om te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen.”
Veelbelovende toepassingen
Het onderwerp van testen op de weg kwam ook aan bod in de Einride case, gepresenteerd door Head of Commercial, Rickard Mårtensson. De toonaangevende Zweedse leverancier van digitale, elektrische en autonome transporttechnologie, bedient klanten in Europa en de VS. Met Einride’s elektrische connected trucks en laadoplossingen kunnen verladers en transporteurs nu volledig elektrisch gaan en in de toekomst ook autonoom.
Einride voorziet een geleidelijke implementatie, te beginnen met lokale leveringen met een snelheid van 30 km/u. Vervolgens wordt opgeschaald naar een landelijke dekking, voorsteden en uiteindelijk de stad. De Zweedse wetgeving staat beperkte tests van autonome trucks op de weg toe en de eerste nachtelijke tests zijn uitgevoerd op de openbare weg. Voor een grote Nederlandse logistieke partner plant Einride een pilot van fabriek naar magazijn, inclusief korte stukken openbare weg.
Een andere veelbelovende case werd gepresenteerd door DFDS over hun autonome terminaltrekker die wordt gebruikt bij havenlogistiek. Een zelfrijdende terminaltrekker, gezamenlijk ontwikkeld door EasyMile en Terberg Special Vehicles, is met succes ingezet op de terminal van DFDS in Vlaardingen. Gedurende acht weken werd de trekker getest in drie verschillende ODD's, van het verplaatsen van een trailer tot het laden op een schip.
‘Het gaat gebeuren’
Een belangrijke stakeholder voor de toekomst van connected en geautomatiseerde logistiek, en een belangrijke locatie voor CAT-experimenten zoals MAGPIE en MODI, is de Rotterdamse haven. Europa's grootste haven heeft een oppervlakte van meer dan 12.600 hectare, met een overslag van ongeveer 15 miljoen TEU containers per jaar, met een verwachte stijging tot 23 miljoen in 2035.
Bob Dodemont, Program Manager Smart Mobility & Logistics bij Port of Rotterdam, benadrukt het belang van CAT voor een efficiënte, veilige en duurzame uitwisseling van containers. “Veel van onze klanten werken bijvoorbeeld met CAT, dus we moeten hierop voorbereid zijn. Wij zijn zowel verhuurder, wegbeheerder als havenontwikkelaar en werken aan een toekomstbestendige infrastructuur. We zien kansen voor geautomatiseerd vervoer op terminals, bedrijfsterreinen van klanten, last-mile toepassingen op de openbare weg, en korte trajecten tussen distributiecentra, maar ook voor de persoonlijke mobiliteit van onze 500.000 medewerkers.”
Nauwe samenwerking is de oplossing
‘Think big, act small’ is voor Dodemont de crux: beginnen op eigen terrein, vervolgens op de onlangs gelanceerde Container Exchange Route (CER) en uiteindelijk op de openbare weg naar andere logistieke knooppunten zoals Distripark, Waalhaven en Venlo. De Rotterdamse haven faciliteert een pilot op QTerminals met autonome terminaltrekkers op de CER-route, inclusief de eerste experimenten in gemengd verkeer. Bob Dodemont kijkt positief terug op het Connekt-evenement: “Ik merkte een sterke drive, goede ideeën en veel energie om CAT vooruit te helpen. We hebben intensieve, professionele samenwerking nodig tussen alle belanghebbenden, vergelijkbaar met het succesvolle SMASH! programma voor autonome scheepvaart. Misschien moet een onafhankelijke partij met kennis en autoriteit zoals TNO of Connekt het voortouw nemen in de coördinatie.”
Houd een open dialoog
Wetgeving voor CAT om testen op de weg mogelijk te maken en duidelijkheid over toekomstig implementatiebeleid waren terugkerende onderwerpen tijdens het evenement. Anouk van der Laan, Senior Policy Officer Smart Mobility bij IenW, gaf inzicht in de huidige beleidssituatie. “Zoals aangegeven in de brief aan de Tweede Kamer gelooft de Nederlandse Rijksoverheid heilig in de voordelen van Intelligente Transport Systemen (ITS), waaronder CAT. Onze focus ligt op de veilige en verantwoorde introductie van geautomatiseerde transportoplossingen. We werken hard aan het beleid en de regelgeving die nodig zijn om CAT op korte termijn te testen en in de toekomst volledig in te voeren. We stimuleren samenwerking en uitwisseling van ideeën tussen de markt en de overheid om de behoeften en eisen van verschillende belanghebbenden beter te begrijpen. Ik vond dat heel waardevol en hoop dat we die open dialoog ook na vandaag kunnen voortzetten.”
Vallen en opstaan
Het evenement werd afgesloten met een groepsdiscussie onder leiding van Joost van Gils van Heijmans en Bastiaan Krosse, Research Manager Integrated Vehicle Safety bij TNO. Hoe kijkt Krosse terug? "Vandaag hebben we gemerkt dat alle belanghebbenden de maatschappelijke voordelen en potentiële business cases van CAT zien, maar dat we nog moeizaam uit de startblokken komen en nog niet de juiste stappen zetten. Andere landen hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt in de dialoog met de autoriteiten. Parallel aan het wetgevingsproces moeten we een omgeving creëren voor praktische experimenten, open discussies en het delen van inzichten over best practices. Daarnaast zou een overheidsperspectief, een duidelijke stip op de horizon richting implementatie, ideaal zijn. IenW staat open voor een dialoog over wetgeving, een kans die we moeten aangrijpen.Bob Dodemont benadrukte in zijn presentatie het belang van ‘Brilliant Failures'; we moeten fouten maken en er samen van leren. Vallen en opstaan op basis van echte use cases, onder vooraf bepaalde voorwaarden tussen de relevante stakeholders, met veiligheid als prominent aandachtspunt, is de weg vooruit."