Meetcampagne in Rijnmond brengt uitstoot scheepvaart in kaart
De luchtkwaliteit in de regio Rijnmond is zorgwekkend. De scheepvaart draagt met meer dan 50% van de ultrafijnstof-uitstoot in deze regio aanzienlijk bij aan de slechte luchtkwaliteit. Reden voor TNO om afgelopen augustus een grote meetcampagne in het havengebied op te zetten. Met hiervoor ontwikkeld meetinstrumentarium brachten we de bronnen en gezondheidsrisico's op een unieke manier in kaart.
Scheepvaart grootste bron ultrafijnstof
‘Door ons onderzoek weten we dat in het Rijnmondgebied de scheepvaart verantwoordelijk is voor meer dan 50 procent van de emissies van ultrafijnstof’, zegt Johan Esveld, onderzoeker luchtkwaliteit bij het Deeltjes Expertisecentrum van TNO. ‘Over dit type fijnstof zijn sterke zorgen over het effect op de gezondheid, omdat het uit deeltjes bestaat die zo klein zijn dat ze niet alleen in de longen, maar ook direct in de bloedbaan terecht kunnen komen.’
Voor de scheepvaart gelden al wel normen voor de uitstoot van fijnstof, gebaseerd op de massa van alle fijnstofdeeltjes die in een kubieke meter lucht aanwezig zijn. Deze methode voor het beoordelen van luchtkwaliteit en het stellen van normen, ziet ultrafijnstof echter over het hoofd. Deze deeltjes zijn honderdmaal kleiner, maar richten waarschijnlijk ook veel gezondheidsschade aan.
‘Wat je op 200 meter vanaf de bron meet, kan totaal anders zijn dan wat er 300 meter verderop nog in de lucht zit. Probeer dan nog maar eens de bron te achterhalen.’
Luchtkwaliteit meten is complex
Het meten van scheepvaartemissies, het vaststellen van het precieze gezondheidseffect en de bijdrage per bron, is niet eenvoudig. En dus ook het treffen van doelgerichte maatregelen voor een gezonde buitenlucht. Schepen stoten hun emissies uit op zee of in de haven, en deze deeltjes verspreiden zich door de lucht. Hoe verder ze van de bron af komen, hoe moeilijker het wordt om te bepalen waar ze precies vandaan komen.
‘De deeltjes veranderen onderweg ook van chemische samenstelling’, vult Esveld aan. ‘Wat je op 200 meter vanaf de bron meet, kan totaal anders zijn dan wat er 300 meter verderop nog in de lucht zit. Probeer dan nog maar eens de bron te achterhalen.’
Een kijkje in de trailer
Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, hebben we een uitgebreide meetcampagne opgezet in de Regio Rijnmond. Met meetapparatuur op 4 strategische locaties in en om de Rotterdamse haven worden de emissies van schepen en de verspreiding daarvan in kaart gebracht.
‘We proberen specifiek te meten wat afkomstig is van schepen die stilliggen aan de kade versus schepen die varen’, vertelt Esveld. ‘Dit gebeurt door locaties te kiezen die zo gepositioneerd zijn dat we bij het meten de achtergrondvervuiling en afzonderlijke scheepvaartemissies van elkaar kunnen onderscheiden.’
Realtime meten van ultrafijnstof
Met de meetcampagne koppelen Esveld en zijn collega’s specifieke emissies aan gezondheidsrisico’s. ‘We gebruiken een meettrailer die uitgerust is met verschillende soorten meet- en bemonsteringsapparatuur, van deeltjesmeters tot gasanalysatoren’, zegt Esveld. ‘Hiermee meten we realtime de hoeveelheid ultrafijnstof in de lucht, die we tegelijkertijd ook opvangen met filters. Het filtermateriaal gaat naar ons lab, waar we de chemische samenstelling van het aangetroffen ultrafijnstof achterhalen. Zo kunnen we de reactiviteit ervan beter inschatten en daarmee de gezondheidsschade. Het inademen van zeezout heeft bijvoorbeeld een ander effect dan wanneer het een metaaldeeltje uit de industrie is. Alleen met al deze kennis weet je dat het aanpakken van fijnstof bij een bepaalde bron ook echt effect heeft.’
Naar een gezonde lucht in 5 stappen
Wat de campagne uniek maakt, is de manier waarop de verschillende bronnen van vervuiling worden onderscheiden. Door op meerdere locaties te meten en de resultaten te vergelijken, kunnen we precies bepalen welk deel van de vervuiling afkomstig is van schepen, en wat de invloed is van andere bronnen, zoals de industrie. Als we de chemische samenstelling weten, kunnen we ook de link leggen met gezondheidsstudies die we in dit gebied doen. Luchtkwaliteit in kaart brengen, de impact op de gezondheid bepalen, en de bron achterhalen zijn de eerste 3 stappen in deze succesvolle aanpak voor een gezonde buitenlucht. Pas dan kun je effectieve maatregelen nemen en de effecten evalueren.
Minimaal 50 procent gezondheidswinst
Uiteindelijk is het doel van de meetcampagne om de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren, zoals vastgelegd in het Schone Lucht Akkoord. TNO biedt de overheid, industrie en andere belanghebbenden handvatten om gerichte maatregelen te nemen voor een gezonde lucht. Denk hierbij aan strengere emissieregels voor scheepvaart of het gebruik van schonere brandstoffen. Met het aanpakken van de bronnen streeft Nederland naar een gezondheidswinst van minimaal 50 procent in 2030 ten opzichte van 2016. Esveld: ‘Hoewel het meten van de exacte bijdrage van onze meetcampagne lastig is, staat vast dat het een belangrijke stap is in de goede richting.’
Wil je meer inzicht in de luchtkwaliteit en weten hoe onze meetmethodes hieraan kunnen bijdragen?