Zestig jaar innovatie in de ruimtevaart: baanbrekend werk buiten de aarde
Dit jaar markeert TNO de zestigste verjaardag van haar eerste instrument voor de ruimtevaart, de spectrometer S59. Dit baanbrekende project vormde het startschot voor TNO’s grote impact op instrumentatie voor de ruimtevaart, of het nu gaat om instrumenten die in een baan om de aarde draaien of op de aarde zelf.
In de zestigjarige geschiedenis op het gebied van instrumentatie voor de ruimtevaart heeft TNO een groot erfgoed in technologische innovatie opgebouwd. Van baanbrekende zonnesensoren tot geavanceerde aardobservatiesystemen en volgende generatie laser-datatransmissie, het werk van TNO is steeds mede bepalend voor de toekomst van ruimtevaartonderzoek en wereldwijde communicatie. Of het er nu om gaat het heelal beter te leren begrijpen, het milieu te beschermen of veilige, snelle datanetwerken voor de toekomst te garanderen: onze bijdragen spelen een sleutelrol.
Baanbrekende bijdragen aan astronomie vanuit de ruimte
TNO heeft een rijke geschiedenis op het gebied van astronomie vanuit de ruimte en heeft in verschillende projecten diverse mijlpalen bereikt. Onze ruimtereis begon in 1964, toen TNO door de voorloper van SRON (Netherlands Institute for Space Research) werd benaderd om een sterspectrofotometer te ontwikkelen.
Dit was het begin van onze langdurige samenwerking met de Europese ruimtevaartsector. De spectrofotometer, S59 genaamd, moest in het nabije UV (206-287 nm) de spectra van sterren zeer precies registreren met een resolutie van 0,18 nm. De S59 was bestemd om mee te vliegen aan boord van de TD-1A, een van de eerste satellieten van de European Space Research Organisation (ESRO), die later opging in de European Space Agency (ESA).
In 1972 werd de TD-1A, Europa’s eerste op drie assen gestabiliseerde satelliet, succesvol gelanceerd met de S59 aan boord, waarmee waardevolle gegevens uit de ruimte werden verzameld. Deze missie markeerde niet alleen TNO’s officiële toetreding tot ruimtevaartonderzoek, maar legde ook de basis voor toekomstige ontwikkelingen, zoals de star mapper die we in samenwerking met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) ontwikkelden voor het European Space Research and Technology Centre (ESTEC).
Een ander belangrijk wapenfeit van TNO op het gebied van instrumentatie voor de ruimtevaart was de ontwikkeling van zonnesensoren. Deze sensoren, ontworpen om een ruimteschip te oriënteren ten opzichte van de zon, zijn van essentieel belang geweest voor de eerste ruimtemissies. In de loop der tijd is deze technologie sterk geëvolueerd en is nu een integraal onderdeel van missies als de Solar Orbiter (SolO) en BepiColombo.
Star mappers voor de Cluster-missie
De Cluster-missie, gelanceerd door ESA, is ontworpen om de magnetosfeer van de aarde te bestuderen door middel van een constellatie van vier identieke satellieten. Helaas verliep de eerste lancering in 1996 rampzalig toen de Ariane 5-raket kort na het opstijgen explodeerde door een softwarefout. TNO’s expertise in het ontwikkelen van star mappers – optische instrumenten die de oriëntatie van satellieten bepalen door bekende sterren te volgen – bleek evenwel cruciaal voor de missie. ESA herbouwde de Cluster-satellieten en TNO leverde de star mappers voor de succesvolle herlancering in 2000.
Deze missie heeft uiterst waardevolle gegevens opgeleverd over de wisselwerking tussen de zonnewind en het magnetisch veld van de aarde, waardoor ons begrip van ruimteweer en de effecten ervan op satellietoperaties en communicatiesystemen sterk is toegenomen. Dankzij de door ons ontwikkelde star mappers konden de wetenschappelijke instrumenten nauwkeurig worden uitgelijnd, zodat er nauwkeurige gegevens konden worden verzameld, die nog steeds worden gebruikt voor ruimtevaartonderzoek.
BepiColombo-missie
De BepiColombo-missie is een samenwerkingsproject tussen ESA en Japan Aerospace Exploration Agency (JAXA), die in 2018 is gelanceerd ter verkenning van Mercurius, de minst begrepen planeet in ons zonnestelsel. De technologie van TNO ondersteunt deze missie door nauwkeurige oriëntatiecontrole mogelijk te maken, wat essentieel is voor de twee ruimtevaartuigen van deze missie: ESA’s Mercury Planetary Orbiter en JAXA’s Mercury Magnetospheric Orbiter. Het doel van BepiColombo is om de structuur, het magnetisch veld en de geologische geschiedenis van Mercurius te onderzoeken om stenige planeten zoals de aarde beter te leren begrijpen. Deze missie bouwt voort op de ontdekkingen van NASA’s MESSENGER en voegt nieuwe dimensies toe aan onze kennis van de binnenste planeet van ons zonnestelsel.
Solar Orbiter: de geheimen van de zon ontsluieren
Het werk van TNO is ook van belang voor de SolO-missie (Solar Orbiter), een gezamenlijk project van ESA en NASA dat werd gelanceerd in 2020. Het doel van SolO is om de zon van ongekend dichtbij te bestuderen, met een speciale focus op de poolgebieden en magnetische activiteit. De missie biedt gedetailleerde inzichten in zonnewind en ruimteweer. Deze informatie is cruciaal om verschijnselen als zonnevlammen en plasmawolken te begrijpen. Deze hebben directe gevolgen voor de technologische infrastructuur op aarde, zoals satellietcommunicatie en elektriciteitsnetten. De bijdragen van TNO aan dit project onderstrepen weer eens onze expertise in het ontwikkelen van systemen die bestand zijn tegen extreme omstandigheden maar toch nauwkeurige gegevens leveren.
Gaia: de Melkweg in kaart
Een ander voorbeeld van TNO’s activiteiten op het gebied van astronomie vanuit de ruimte is onze rol in de Gaia-missie. Gaia werd in 2013 gelanceerd met als doel om meer dan een miljard sterren in de Melkweg met uitzonderlijke precisie in kaart te brengen. Het welslagen van de missie is sterk afhankelijk van TNO’s siliciumcarbide Basic Angle Monitoring (BAM).
Dit uiterst nauwkeurige meetsysteem zorgt voor de stabiliteit van de twee Gaia-telescopen, die zijn ingesteld op een vaste hoek van 106,5°. Met behulp van een laserinterferometer die de verschillen in optische weglengte (OPD’s, Optical Path Differences) vanaf 1,5 picometer rms detecteert, kunnen met BAM veranderingen in deze hoek met een nauwkeurigheid van 0,5 microboogseconden worden gemeten. Dankzij BAM kan Gaia de posities, afstanden en bewegingen van sterren met een ongekende nauwkeurigheid meten, wat cruciale gegevens oplevert over de structuur en de evolutie van ons sterrenstelsel.
PAAM (Point Ahead Angle Mechanism) voor LISA
Een van de toekomstgerichte activiteiten van TNO is de actieve betrokkenheid bij PAAM, een onmisbaar onderdeel van de LISA-missie (Laser Interferometer Space Antenna). Het doel van LISA, die in de jaren 2030 gelanceerd moet worden, is om zwaartekrachtgolven te detecteren en zo totaal nieuwe inzichten te krijgen in kosmische gebeurtenissen zoals het samensmelten van zwarte gaten en neutronensterren. PAAM zorgt voor een continue exacte laseruitlijning tussen ruimtevaartuigen, doordat het mechanisme zwaartekrachtgolven over enorme afstanden kan detecteren.
De expertise van TNO op het gebied van zeer nauwkeurige optomechanische systemen is doorslaggevend geweest bij de ontwikkeling van het PAAM, dat feilloos moet functioneren onder de zware omstandigheden in de ruimte. Deze technologische innovatie zal ons niet alleen meer vertellen over het heelal, maar zal ook nieuwe kansen bieden in de wereld van de ruimtevaarttechnologie, met mogelijke toepassingen voor toekomstige missies en terrestrische technologieën.
Grondgebaseerde astronomie vooruit helpen
De expertise van TNO gaat verder dan instrumentatie voor de ruimtevaart en levert ook belangrijke bijdragen aan de grondgebaseerde astronomie, onder andere met de ontwikkeling van geavanceerde optische systemen. Door de jaren heen heeft TNO een sleutelrol gespeeld bij het verbeteren van de mogelijkheden van observatoria op aarde, waardoor het heelal met een grotere helderheid dan ooit kan worden geobserveerd. Hieronder wordt een aantal voorbeelden van projecten op dit gebied op een rijtje gezet.
Vervormbare spiegels voor adaptieve optica
Als gerenommeerd leider op het gebied van ultraprecieze optomechatronica ontwikkelt TNO grensverleggende technologieën voor telescopen op aarde, waaronder vervormbare spiegels. Deze vormen het hart van adaptieve optische systemen, die corrigeren voor atmosferische vervorming en de beeldkwaliteit van grondtelescopen verbeteren.
TNO’s vervormbare-spiegeltechnologie heeft gezorgd voor de uitbreiding van de capaciteit van telescopen op aarde en er daarnaast voor gezorgd dat ze met een grotere helderheid nog dieper in het heelal kunnen kijken. Dankzij adaptieve optische systemen kunnen grondtelescopen nu wedijveren met de beeldkwaliteit van observatoria in de ruimte, zoals de Hubble-ruimtetelescoop, wat de horizon van het astronomisch onderzoek verbreedt.
Medewerking aan de Extremely Large Telescope (ELT)
TNO levert ook een bijdrage aan de ontwikkeling van de Extremely Large Telescope (ELT), een baanbrekend project van het European Southern Observatory (ESO). In samenwerking met VDL en NOVA heeft TNO de draagconstructie ontworpen voor de hoofdspiegel (M1) van de telescoop. Met een diameter van 39 meter bestaat deze spiegel uit 798 afzonderlijke zeshoekige segmenten, elk met een diameter van 1,4 meter.
Een van de grootste uitdagingen is de continue uitlijning van deze segmenten. Daarvoor zijn correcties tot op 25-30 nanometer nodig, bij variërende zwaartekrachten. Het innovatieve ontwerp van TNO compenseert deze vervormingen en garandeert de precieze uitlijning die noodzakelijk is voor astronomische waarnemingen. Dit project onderstreept TNO’s wereldwijde leidende rol als het gaat om het ontwerp van optische systemen voor de astronomie.
Aardobservatie: monitoring van onze planeet
Naast ons werk op het gebied van astronomie heeft TNO ook een belangrijke bijdrage geleverd aan aardobservatie dankzij essentiële technologieën voor het monitoren van milieuomstandigheden, atmosferische veranderingen en verontreinigingsniveaus op wereldschaal. Deze projecten zijn essentieel voor kennis over klimaatverandering, aantasting van de ozonlaag en andere milieuproblemen.
Global Ozone Monitoring Experiment (GOME)
TNO heeft een belangrijke stempel gedrukt op het Global Ozone Monitoring Experiment (GOME), dat in 1995 werd uitgevoerd aan boord van de ERS-2 satelliet. Dit project heeft een belangrijke vooruitgang betekend in de atmosferische wetenschappen door het continu monitoren van de concentraties ozon en andere sporengassen. TNO heeft een belangrijke rol gespeeld bij het ontwerp van de optische componenten voor GOME, een instrument dat met behulp van geavanceerde spectrometrie gegevens met hoge resolutie verzamelt die cruciaal zijn voor het beoordelen van de toestand van de ozonlaag.
De bevindingen van GOME zijn niet alleen van essentieel belang geweest voor meer begrip van de effecten van menselijke activiteit op de afbraak van ozon maar hebben ook geholpen om de werking van internationale verdragen zoals het Protocol van Montreal na te kunnen gaan. TNO’s bijdragen aan dit project hebben niet alleen ons begrip van atmosferische chemie vergroot, maar ook de basis gelegd voor vervolgmissies: GOME-2 en TROPOMI, die cruciale gegevens blijven leveren voor klimaatonderzoek en milieubeleid.
SCIAMACHY en OMI: monitoring van de ozonlaag en luchtverontreiniging
TNO heeft een sleutelrol gespeeld bij de ontwikkeling van optische systemen voor SCIAMACHY en OMI, instrumenten die de wereldwijde luchtvervuiling monitoren en het herstel van de ozonlaag volgen. Dankzij deze missies heeft de wereld nu de mogelijkheid om te beoordelen hoe effectief internationale overeenkomsten zijn, zoals het Protocol van Montreal, dat tot doel heeft de productie van ozonafbrekende stoffen geleidelijk te beëindigen. SCIAMACHY (gestart in 2002) en OMI (gestart in 2004) zijn onmisbaar geweest om te begrijpen hoe deze inspanningen de luchtkwaliteit wereldwijd hebben beïnvloed, omdat ze wetenschappers en beleidsmakers beter in staat hebben gesteld om het herstelproces van de ozonlaag te meten.
TROPOMI: klimaatverandering tegengaan
Een recentere ontwikkeling is TROPOMI, een instrument dat in 2018 is gelanceerd. Het is ontwikkeld door ESA en het Netherlands Space Office (NSO) en monitort van dag tot dag de wereldwijde concentraties van methaan en andere gassen in de atmosfeer. Methaan is een krachtig broeikasgas en het vermogen van TROPOMI om superuitstoters te identificeren – industrieën die verantwoordelijk zijn voor onevenredig hoge emissies – heeft TROPOMI tot een onmisbaar hulpmiddel gemaakt in de strijd tegen klimaatverandering.
TNO heeft belangrijke optische systemen ontworpen en gebouwd voor TROPOMI, en de gegevens worden nu gebruikt bij initiatieven zoals het Methane Alert and Response System (MARS) van de Verenigde Naties. Toekomstige missies, waaronder Sentinel-5 en TANGO, zullen voortbouwen op TROPOMI en de kwaliteit van de wereldwijde monitoring van methaan- en CO2-emissies verder verbeteren.
Real-Time luchtkwaliteitsbewaking met Lotos-Euros
Daarnaast kan dankzij de bijdrage van TNO nu ook voor landen met een beperkte infrastructuur op de grond de luchtvervuiling in real-time worden gevolgd. Door gebruik te maken van satellietgegevens en modellen zoals TNO’s atmosferische-chemiemodel Lotos-Euros kunnen landen nu de luchtkwaliteit bewaken, vervuilingsbronnen opsporen en tijdig een waarschuwing geven bij een dreigend gevaar voor de volksgezondheid.
Deze mogelijkheden van satellieten zijn vooral waardevol voor regio’s waar geen conventionele netwerken voor het monitoren van de luchtkwaliteit bestaan, en dragen bij aan de wereldwijde inspanningen op het gebied van volksgezondheid en milieubeleid.
EarthCARE: de klimaatwetenschap vooruit helpen door analyse van wolken en straling
De EarthCARE-missie, een samenwerking tussen ESA en JAXA, is uniek als het gaat om de bestudering van wolken, aerosolen en straling, sleutelfactoren voor meer inzicht in klimaatverandering. In tegenstelling tot eerdere aardobservatie-initiatieven, die bijvoorbeeld gericht waren op broeikasgassen of luchtkwaliteit, is het primaire doel van EarthCARE de verbetering van klimaatmodellen door te bestuderen wat de wisselwerking is tussen enerzijds wolken en aerosolen en anderzijds zonlicht en infrarode straling.
TNO is betrokken geweest bij de ontwikkeling van de MSI (Multi-Spectral Imager), die beelden van hoge resolutie vastlegt van wolken en aerosolen, als aanvulling op andere instrumenten zoals de radar- en lidarsystemen. Door een completer beeld te geven van atmosferische processen zorgt deze missie voor een aanzienlijke verbetering van ons vermogen om weerpatronen te voorspellen en de dynamiek van het klimaat te begrijpen.
Fotocredit: ESA
Laser-satellietcommunicatie: grenzen verleggen op het gebied van gegevensoverdracht
In deze tijd dat de vraag naar snellere en veiligere gegevensoverdracht sterk groeit, heeft TNO een toonaangevende positie verworven in de ontwikkeling van geavanceerde technologieën voor laser-satellietcommunicatie. Onze innovaties helpen deze baanbrekende technologie vooruit en zorgen voor snelle, betrouwbare communicatie, zowel in de ruimte als op aarde.
SmallCAT: een mijlpaal in de laser-satellietcommunicatie
In 2023 hebben TNO en partners SmallCAT gelanceerd, een compact lasercommunicatiesysteem aan boord van de Noorse satelliet NorSat-TD. De SmallCAT, die slechts 10×10×10 cm meet, wist een laserverbinding tot stand te brengen tussen de satelliet en een grondstation in Den Haag. Deze mijlpaal toont de haalbaarheid van kleinschalige lasercommunicatiesystemen aan en positioneert Nederland als een belangrijke speler op dit snel groeiende gebied.
TOMCAT en CubeCAT: supersnel dataverkeer
Voortbouwend op het succes van SmallCAT werkt TNO aan de ontwikkeling van TOMCAT, gericht op het bereiken van gegevensoverdrachtsnelheden van terabits per seconde met behulp van lasercommunicatie met hoge doorvoer. Dit project is vooral gericht op het creëren van grootschalige optische grondstations die gegevensstromen van meerdere terabytes aankunnen. Hiermee spelen we in op de stijgende vraag naar veilig en snel dataverkeer voor toepassingen in telecommunicatie, breedbanddiensten en wetenschappelijk onderzoek.
In het kader van het CubeCAT-project, ontwikkeld door TNO in samenwerking met AAC Hyperion, is onderzoek gedaan naar lasercommunicatie voor kleine satellieten, ofwel CubeSats. CubeCAT biedt gegevensoverdrachtsnelheden tot 1 Gbps, dus veel sneller dan conventionele radiosystemen. Dit compacte systeem maakt kleine satellietmissies aanzienlijk efficiënter en schaalbaarder, vooral in omgevingen met beperkte ruimte.
UltraAir: de toekomst van lasercommunicatie vanuit de lucht
Een van de toekomstgerichte activiteiten van TNO is UltraAir, een project met als doel laser-satellietcommunicatie voor vliegtuigen te ontwikkelen. Dit systeem zal snelle communicatie mogelijk maken voor de militaire en commerciële luchtvaart, waarbij vliegtuigen in realtime met elkaar worden verbonden via geostationaire satellieten zoals de SpaceDataHighway™ van ESA en Airbus. UltraAir vertegenwoordigt de toekomst van veilige, snelle datalinks in zowel de lucht- en ruimtevaart- als de defensiesector.
TNO 60 jaar ruimtevaart innovaties
Ontdek meer over de 60e verjaardag van TNO's baanbrekende prestaties op het gebied van ruimtevaart instrumentatie.