Hoe TNO de gezondheid van 1 miljoen kinderen verbetert
Wereldwijd bereiken naar schatting zo'n 200 miljoen kinderen onder de 5 jaar hun ontwikkelingspotentieel niet. Een probleem dat vooral speelt in lage- en middeninkomenslanden. Wij willen de gezondheid van minstens een miljoen moeders en kinderen verbeteren. De focus ligt hierbij op de eerste 1000 dagen van het leven, een periode die bepalend is voor gezondheid en welzijn in de rest van het leven.
Een ambitie die naadloos aansluit bij de WHO-campagne 'Healthy beginnings, hopeful futures' die op World Health Day 2025 wordt gelanceerd. Hiermee wordt wereldwijd aandacht gevraagd voor betere zorg voor moeders en pasgeborenen.
Voor Yvette Fleming, Business Developer Manager en Innovation Orchestrator bij TNO voor het Programma Innovation for Development (I4D), is de ambitie om de gezondheid van een miljoen moeders en kinderen te verbeteren, helemaal niet gek.

“In Nederland hebben we de jeugdgezondheidszorg goed georganiseerd, daar zijn we wereldwijd toonaangevend.”
Door het hele ecosysteem van overheden, het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, burgers en financiers samen te brengen kan TNO een grote impact maken. Uit onderzoek blijkt dat investeringen in vroege interventies zich ruimschoots terugverdienen: alleen al op het gebied van gezinsplanning levert wereldwijd elke geïnvesteerde dollar gemiddeld $1,40 aan besparingen op in de gezondheidszorg voor moeder en kind. Met onze projecten in Afrika en Azië orchestreren we daarom de implementatie van preventieve oplossingen.
De eerste 1000 dagen
“Die focus op de 1000 dagen is de kapstok waar we onze projecten aan ophangen”, licht Yvette toe. Dit is de periode van conceptie tot de leeftijd van 2,5 jaar. Dat betekent dus dat er ook gekeken wordt naar de gezondheid van de zwangere vrouw. Op dit moment wordt er gewerkt aan het conceptualiseren van een voorstel voor een nieuw EU-onderzoek naar gecombineerde niet-overdraagbare ziekten bij zwangere vrouwen, zoals obesitas en diabetes. “In Afrika is er onder jonge vrouwen een groot probleem rondom gewicht”, vertelt Yvette. “Dat heeft effect op het zwanger worden, op de zwangerschap zelf en de ontwikkeling van het jonge kind.”
De voorgestelde combinatie van zowel digitaal als fysieke individuele- en groepsbijeenkomsten laat volgens haar mooi zien hoe beide continenten van elkaar kunnen leren. “In Nederland richten we ons vooral op leefstijlinterventies bij zwangere vrouwen met obesitas, terwijl in Afrika het geven van medicatie de standaard is. In Nederland groeit de interesse naar medicatie. Dus wij bouwen ook aan onze kennispositie door van het Afrikaanse continent te leren.”
Ook in de verloskundige zorg brengt TNO nieuwe ideeën uit Nederland de grens over. Een voorbeeld hiervan is de introductie van groepszorg tijdens de eerste 1000 dagen, vertelt Iris Eekhout, statisticus bij TNO: “In plaats van individuele consulten komen 8 tot 12 vrouwen samen voor zorg en ondersteuning.” Deze groepsaanpak blijkt zo succesvol dat Nederlandse zorgverzekeraars deze vorm van zorg sinds januari 2024 standaard vergoeden, wat uniek is in de wereld. Via het EU-project Group Care 1000 coördineren we nu de internationale uitrol in 7 landen, waaronder Ghana, Zuid-Afrika en Suriname.
Gelijkwaardig samenwerken
Een gelijkwaardige samenwerking is hierbij volgens Yvette belangrijk. “We moeten af van het idee dat Afrika alleen maar hulp nodig heeft”, stelt ze. “Het is het snelst groeiende continent qua economische groei, met straks de meeste jonge, actieve mensen. TNO Innovation for Development (I4D) Programma ziet Afrika als een belangrijke markt én als partner voor innovatie.”
Die mindset van gelijkwaardigheid is er nog niet altijd in ontwikkelingslanden. Dit is volgens Yvette deels cultureel en historisch zo ontstaan. “Bijvoorbeeld recent in een videocall met Keniaanse experts werden mij vooral voorzichtig vragen gesteld. Toen heb ik gezegd: dit is co-organisatie, dus goede vraag, maar het is vooral een belangrijk idee dat je wilt inbrengen. Dank daarvoor!”
De gesprekken tussen landen leveren verrassende inzichten op. “Zo zijn wij in Nederland met mogelijkheden voor zelfdiagnose bezig omdat iedereen dan zo lang mogelijk zelfstandig thuis kan blijven wonen. In Afrika is de behoefte aan manieren van zelfdiagnose ook groot, maar om een hele andere reden: de gebrekkige infrastructuur in het land”, legt Yvette uit. En op sommige gebieden loopt Afrika voorop. “Afrika is veel meer digitaal savvy in de zorg dan wij. Door gebrek aan traditionele infrastructuur ontwikkelden ze andere oplossingen, waar wij van kunnen leren nu onze zorg onder druk staat. Bijvoorbeeld digitale oplossingen waarmee makkelijker zorg verleend kan worden door één zorgverlener aan velen in plaats van één-op-één hulp.”
D-score: Een nieuwe wereldwijde standaard
De rol van TNO als orchestrator van innovatie komt ook naar voren in de ontwikkeling van de D-score. Deze door een TNO-wetenschapper ontwikkelde meetmethode zet scores op verschillende ontwikkelingskenmerken van kinderen om in één universeel getal, net zoals temperatuur in graden Celsius wordt uitgedrukt.

“Het bijzondere is dat we hiermee kindontwikkeling over de hele wereld kunnen vergelijken, ongeacht welk meetinstrument gebruikt wordt.”
In Nederland is het meten van ontwikkeling van kinderen uitgedrukt in de D-score inmiddels in meerdere gemeenten de standaard.
De D-score is door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geselecteerd als de universele maat om wereldwijd de ontwikkeling van een kind uit te drukken. Dit bleek volgens Iris cruciaal. “Als we met individuele landen of partijen waren gaan werken, hadden tegenstrijdige belangen de D-score als universele standaard waarschijnlijk in de weg gestaan”, zegt ze. Nu werken we samen met andere partijen in een werkgroep geleid door de WHO aan de wereldwijde standaarden voor de vroege ontwikkeling van kinderen waarin de D-score de universele maat is.
De resultaten zijn veelbelovend. We werken inmiddels aan pilots in diverse landen, waaronder Tanzania, Bangladesh en Pakistan. Ook ontwikkelen we een online platform dat de D-score berekent en visualiseert, genaamd JAMES (Joint Anthropomorphic Measurement and Evaluation System).
Actieve projecten voor gezondere kinderen wereldwijd
Door TNO ontwikkelde universele meetmethode die de fysieke, intellectuele, sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen tussen 0-4 jaar uitdrukt in één getal. De WHO heeft de D-score geselecteerd als voorkeursmethode om de ontwikkeling van kinderen op een uniforme manier te meten en te vergelijken. Verschillende Nederlandse gemeenten gebruiken de methode inmiddels. En de WHO is momenteel in een tiental landen bezig met het implementeren van de D-score als standaard.
Dit is een door TNO ontwikkeld online platform dat de D-score berekent en visualiseert. Het systeem analyseert individuele groei- en ontwikkelingscurven en voorspelt mogelijke afwijkingen van het gemiddelde. JAMES biedt zorgverleners, organisaties en overheden een laagdrempelige methode om de gezondheid van kinderen in hun regio te monitoren, terwijl de privacy van individuele gebruikers wordt beschermd. Het systeem bevindt zich op dit moment in de pilotfase.
EU-project voor de implementatie van groepszorg tijdens zwangerschap en de eerste levensjaren van een kind. Groepen van 8 tot 12 vrouwen komen samen voor zorg en ondersteuning. Het project loopt in zeven landen, waaronder Ghana, Zuid-Afrika, Suriname, Kosovo, België, het Verenigd Koninkrijk en Nederland.
Combinatie van een diagnostische kit en groepszorg voor zwangere vrouwen. De kit bevat eenvoudige meetinstrumenten voor het identificeren van zwangerschapsrisico's. De software geeft beslissingsondersteuning aan zorgverleners. Succesvol getest in Ghana en Indonesië.
Voorlichtingsprogramma voor jongeren over preconceptie, zwangerschap, seksueel overdraagbare aandoeningen en bevalling. Het programma gebruikt groepsdiscussies om jongeren te betrekken bij hun seksuele en reproductieve gezondheid. Succesvol geïmplementeerd in Nederland en Suriname.
Programma ontwikkeld voor de mentale gezondheid van jonge kinderen (5-7 jaar) in Zuid-Soedan. Gebruikt storytelling en een zelfgemaakte 'buddy' om kinderen te helpen hun gevoelens te herkennen en ermee om te gaan. Het programma omvat elf sessies voor zowel kinderen als ouders.
Nieuw onderzoeksvoorstel gericht op de aanpak van obesitas en diabetes bij zwangere vrouwen. Het project vergelijkt de Nederlandse aanpak van leefstijlinterventies met de medicinale aanpak in Zuid-Afrika en Kenia, met als doel van beide benaderingen te leren.
Samen de markt op
Bij het implementeren van innovaties in de kindergezondheidszorg is een breed ecosysteem essentieel. De concrete aanpak hierbij is het orchestreren van innovatie. “We bouwen daarom consortia in verschillende landen, waarbij we lokale overheden, onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties samenbrengen met het bedrijfsleven”, legt Yvette uit.
Wil je bijdragen aan betere wereldwijde kindergezondheid? We zijn op zoek naar innovatieve "early adopters": overheden, klinieken, onderzoekers en maatschappelijke organisaties met eigen innovatievraagstukken. Ook zoeken we samenwerking met zorgverzekeraars en social impact investors. Neem contact op met onze business developers of meld je aan voor de nieuwsbrief.
Neem contact met ons op
Laat je verder inspireren
D-score laat toenemende ontwikkelingskloof zien tussen jonge kinderen in gemeente Utrecht


Terugkombijeenkomst ScheidingsATLAS trainers 16 juni 2025
Terugkombijeenkomst Stoere Schildpadden en Dappere Dino's trainer 22 mei
Startkwalificering tot Stoere Schildpadden trainer 17 april 2025
Nieuw handboek leernetwerken: sleutel voor complexe vraagstukken in het sociaal domein

